Verscholen in het landschap langs de weg Ootmarsum-Vasse, met alleen het rode pannendak boven het maaiveld, ligt watermolen De Mast; een Twentse parel met een geschiedenis die teruggaat tot in de 15e eeuw. De molen ligt aan de Vasserbeek.
Geschiedenis Molen De Mast
De oudste gegevens van watermolen De Mast dateren van 1433, toen de bisschop van Utrecht de molen verpachtte aan ene Reynolt van Coevorden. In het verpondingsregister zien we dat de molen rond 1600 toebehoorde aan het Huis te Ootmarsum. In 1811 werd Jan Mast de nieuwe eigenaar. Toen braken zware tijden aan voor de Twentse watermolens met als gevolg dat het rad stil kwam te staan.
De laatste eigenaar Bouwhuis verkocht de molen in 1942 aan de gemeente Tubbergen, die het hele complex restaureerde. Bij gebrek aan bedrijvigheid raakte de molen in verval. Begin jaren ‘70 van de vorige eeuw werd de molen daarom opnieuw onder handen genomen. Mede door de inzet van molenaar Jozef Koopman, vanaf 2011 bijgestaan door vrijwillige molenaars, is de molen nu weer in goede staat.
“Wij zien het als onze opdracht de molens te bewaren én ze toegankelijk te houden, zodat we de verhalen van het landschap kunnen blijven vertellen”
Bovenslagmolen
Watermolen De Mast is een zogenaamde bovenslagmolen. Deze werden vooral gebruikt bij beken met een zwakke stroming. Het beekje werd met een goot omgeleid zodat het water boven op het rad kon stromen om daarmee de kracht van het water optimaal te benutten. Soms werd er ook een soort stuwmeer aangelegd, een molenvijver. De molenviijver van De Mast ligt aan de andere kant van Denerkamperweg. Het water stroomt onder de weg door.
Er staan ook nog twee schuurtjes bij de molen. Vakwerkschuren waarvan er tenminste één in gebruik was als bakhuisje. In één van deze gebouwen kon brood worden gebakken in een houtoven.
