Landschapstypen met bijbehorende planten- en diersoorten die tegenwoordig bijzonder zijn - zoals hoogveen, laagveen of een beekdal met bronnetjes - kwamen vroeger veel meer voor. Door de eeuwen heen hebben mensen het landschap veranderd. Met name in de laatste eeuw is de verandering in hoog tempo gegaan. Natte plekken zijn drooggelegd, de landbouw is grootschaliger geworden, heide is eentonig en grootschalig grasland of maïsveld geworden en steden en wegen zijn aangelegd. Hierdoor verdwijnen plant- en diersoorten die er van oudsher veel voorkwamen.
Als je om je heen kijkt, kun je merken dat het niet goed gaat. Vroeger stonden bijna alle velden vol met bloemen. Tegenwoordig is het moeilijk een veldboeketje samen te stellen. Vroeger zat de voorruit van je auto vol met vliegjes in de zomer, nu niet meer. Agrarische gebieden worden steeds grootschaliger, eenvormiger en stiller. Tijdens een fietstocht zijn bijna geen weidevogels meer te horen. En waar zijn de vlinders en bijen gebleven?
Het effect van de uitstoot van stikstof
De uitstoot van stikstof op onze natuurgebieden is voor 46% afkomstig van veehouderijbedrijven in ons land. Daarnaast komt 11% vanuit het verkeer, 8% uit de industrie en de gebouwde omgeving en 32% uit het buitenland. Voor het herstel van natuurwaarden is het nodig dat de neerslag van stikstof op natuurgebieden significant afneemt. Een daling van de uitstoot van stikstof heeft een positief effect op de kwaliteit van drinkwater, lucht en volksgezondheid en heeft een positief effect op de biodiversiteit. Het is beter en kosteneffectiever om nu een reductie van de uitstoot van stikstof door diverse economische sectoren te realiseren, dan in de toekomst. (Bron: LandschappenNL)
Kom in actie!
Het herstel en behoud van de biodiversiteit vraagt een lange adem en brede inzet. We moeten met elkaar het tij keren voordat het te laat is. Wanneer een plant of dier lokaal eenmaal is verdwenen, komt deze bijna nooit meer terug! We hebben met elkaar de verantwoordelijkheid om - nu het nog kan - iets te doen.