Scholeksters zijn stevig gebouwde, zwart-witte steltlopers. Je vindt ze niet alleen aan de kust, maar ook in het binnenland, in natuurgebieden, boerenland en zelfs bij bebouwing. Toch heeft de scholekster het moeilijk, net als veel boerenlandvogels. Een van de oorzaken is de intensivering van de landbouw.
Herkenning
Scholeksters zijn stevig gebouwde, zwart-witte steltlopers die vaak aan de kust, maar ook algemeen in het binnenland worden aangetroffen. De snavel van de scholekster slijt hard maar groeit ook hard. Hij kan veranderen van vorm door het voedsel. Zo wordt de snavel puntiger als een scholekster in de zomer naar emelten en wormen prikt. Op het wad is zo’n snavel ook handig als je naar wormen prikt. In de winter eten veel scholeksters schelpdieren en dan wordt de snavel stomper, om te gebruiken als beitel. Meer informatie vind je op www.vogelbescherming.nl
Leefgebied
De scholekster leeft in natuurgebieden, boerenland, bebouwing en ook in open polders met een afwisseling van gras- en bouwland. Sinds ongeveer 1985 neemt het aantal scholeksters sterk af. Door intensief gebruikt boerenland worden te weinig jongen grootgebracht en overwinteraars kampen met voedselgebrek door o.a. overbevissing (Waddengebied). Scholeksters voeden zich in de kustgebieden met schelpdieren, zoals kokkels, nonnetjes en mossels. Ze eten ook schaaldieren zoals krabben en garnalen. Het menu van de scholekster die leeft in de graslanden bestaat voornamelijk uit wormen, insecten en bijvoorbeeld emelten. De vorm van zijn snavel past zich aan, aan het type voedsel.
Scholekster: aantallen nemen af
Het gaat niet goed met de vogels van het boerenland. De aantallen gaan op veel plaatsen hard achteruit. Sommige soorten, zoals zomertaling en kemphaan zijn zelfs al verdwenen. Andere soorten zoals de kievit, grutto en scholekster zien we nog wel, maar ook die nemen in aantallen af. Hulp is nodig!