Tekst: Frans Bosscher
Grotendeels onbekend, vaak onbemind. Dat is het lot van veel muizensoorten. In alle typen landschappen komen ze voor. En dan blijkt: de ene muis is de andere niet. In Overijssel kwamen vijftien soorten muizen voor waarvan één soort inmiddels is uitgestorven en zes behoren tot de spitsmuizen, de familie van insecteneters.
Voedselketens
Of we ze nu schattig vinden of niet, muizen zijn een belangrijke schakel in voedselketens. Ze eten zaden, plantenwortels, vruchten, bessen, wormen en insecten (motten, sprinkhanen en rupsen). Op hun beurt zijn muizen cruciaal voedsel voor veel dieren, zoals marterachtigen, vossen en vogels. En dan is er ook nog en belangrijke niet natuurlijke rover: de huiskat. Met hun gegraaf verbeteren muizen bovendien het bodemleven en creëren ze nieuwe groeiplekken voor pionierplanten, zoals paardenbloem, akkerdistel en kruipende boterbloem. Met braakballenonderzoek kun je een goed beeld krijgen van welke muizensoorten waar voorkomen. Vooral de braakballen van kerkuilen zijn heel geschikt om te achterhalen welke muizensoorten in een regio voorkomen. Kerkuilen zijn namelijk niet kieskeurig, ze eten alle soorten. Uit dat onderzoek blijkt dat de algemene soorten er altijd en overal zijn in Overijssel, maar wel in wisselende aantallen. Het laat ook zien dat de noordse woelmuis niet meer voorkomt in de provincie en dat de veldspitsmuis het heel moeilijk heeft.


Ware muizen
In Overijssel komen drie families van muizen voor: de ware muizen, de woelmuizen en de spitsmuizen. De ware muizen kennen we als de ‘schattige’ muis: grote oren, zwarte kraalogen, lange snorharen, lange staart. In deze familie heb je vier soorten: huismuis, bosmuis, grote bosmuis en dwergmuis. De huismuis kan, de naam zegt het al, in huis nogal wat overlast geven. Hij lust ook alles. Maar anders dan wij denken, houdt hij niet van kaas! Waar wel van?Graanproducten en pindakaas. Wat wel klopt is dat huismuizen zich heel snel voortplanten: één paartje kan in de meest gunstige situatie met tien nesten per jaar zo maar 2.600 nieuwe huismuizen op de wereld zetten.
Nieuwkomer grote bosmuis
Een nieuwkomer onder de ware muizen is de grote bosmuis. Sinds 2010 is hij in de provincie aanwezig. Hij komt vanuit Duitsland en wordt inmiddels tot aan de Sallandse Heuvelrug aangetroffen. Hij is vijftig procent groter dan de gewone bosmuis en heeft een brede gele halsvlek. Hij komt vooral voor in oude eiken- en beukenbossen en die komen steeds meer voor in ons land. Mogelijk is dat een verklaring dat hij nu langs de hele oostgrens voorkomt. De grote bosmuis is een goede klimmer en springer en zoekt ook hoog in de bomen naar voedsel (hazelnoten en eikels). Voor de winter legt hij flinke voorraden zaden en noten aan. Net als gaaien vergeet hij de locaties van die voorraden nog wel eens – of hij heeft ze niet nodig – en zo zorgt hij voor verspreiding van boomsoorten. De grote bosmuis maakt vaak van een hol van konijn, mol, woelmuis of das een nest, het liefst onder een boomstronk.