Nieuws

Natte voeten vijftig meter boven NAP

Openingsbeeld mosbeek , Gerard Berendsen
Dal van de Mosbeek

Het is een wonderlijk gezicht - als je bedenkt waar je staat - vlakbij een van de hoogste punten van Twente. Vijftig meter boven NAP welt hier water op uit de grond. Kwelwater dus. Waar komt dat vandaan? En wat veroorzaakt het, eenmaal aan de oppervlakte?

De bronnen van de Mosbeek liggen hoog op de stuwwal van Ootmarsum. Op tal van plekken vloeit er water de grond uit. Hier ontspringt de beek die stroomafwaarts in het beekdal dan-weer-wel-en-dan-weer-niet zichtbaar is voor wandelaars. Het brongebied zelf is niet toegankelijk. Veel van de planten en dieren die hier leven, zijn namelijk erg zeldzaam geworden in Nederland.

Oorsprong
Het is er stil. Of nou ja… je hoort insecten zoemen. Er kwetteren vogels. Héél zachtjes murmelt er water. Maar er hangt onmiskenbaar een diepe rust. Het water dat tussen de zeggen, mossen en orchideeën uit de bodem sijpelt, glinstert een beetje. Er hangt een licht zoetige geur in de lucht: venige grond. Een stukje verderop vloeien de eerste stroompjes langzaam samen. Dit is het allerprilste begin van de beek. Hier ontstaat hij ‘zomaar’ – verscholen in het groen, geflankeerd door vetblad, beenbreek en veenmosorchis.

beenbreek, Mark Zekhuis
Beenbreek  Foto Mark Zekhuis

Ondergrond
De oorzaak van het ‘uittredende grondwater’, zoals hydrologen dit verschijnsel noemen, ligt in de ondergrond. Deze bestaat uit verschillende geologische lagen, waaronder grind, leem, zand, keileem, tertiaire klei (miljoenen jaren oude zeeklei) en mengvormen hiervan. De lagen liggen alleen niet op een nette stapel. Het is alsof reuzen ermee hebben lopen spelen. Ze zijn opgetild, platgedrukt, in elkaar geschoven en omgedraaid. Ook zijn op sommige plekken delen van de toplaag verdwenen of op een andere plek beland.

Stuwwal
‘Typisch de kenmerken van een stuwwal’, zegt ecoloog Mark Zekhuis. ‘De vorming van de bodem hier is ook echt zo gegaan. Tijdens de een na laatste ijstijd, zo’n 150.000 jaar geleden, raakte het grootste deel van Nederland bedekt met een laag ijs. Die was soms wel honderden meters dik. Het enorme gewicht van dat kruipende ijspakket stuwde aan de randen de ondergrond hoog op. Bodemlagen kwamen daardoor scheef, geplooid en over elkaar heen te liggen. Tertiaire klei bijvoorbeeld, vind je normaalgesproken pas op grote diepte. Hier ligt hij op sommige plekken bijna of geheel aan de oppervlakte. Je herkent de laag aan zijn blauwgrijze kleur. Maar ook doordat het op die plekken vaak lang nat is; de klei absorbeert het water en laat nauwelijks een druppel door.’

Levensaders
‘De extra dimensie die het landschap en de natuur op deze plek hebben, is te danken aan de stuwwal’, benadrukt Mark. ‘Niet alleen de Mosbeek, maar het complete Natura 2000-gebied Springendal – Dal van de Mosbeek. Hierin liggen nog meer beken, zoals de Hazelbekke, de Roezebeek, de Brunninkhuizerbeek en de Springendalse Beek. Allemaal ontspringen ze op deze stuwwal. Het begint met regenwater. Dat trekt vervolgens in de bodem. Afhankelijk van waar dat precies gebeurt, wordt het ondergronds aangerijkt met mineralen die dáár in de bodem zitten. Dat maakt iedere beek tot een levensader voor specifieke habitats.’

Mineraalrijke kwel
Grondwater stroomt net als regenwater van nature naar het laagste punt. Dat is bijna altijd het maaiveld. Onderweg neemt het stoffen op, waaronder mineralen, uit de bodemlagen waar het langs en doorheen stroomt. Scheikundig gezien, ontstaan er dan ‘nieuwe verbindingen’. Bijvoorbeeld calcium (kalk) dat een nieuw molecuul vormt met waterstof en zuurstof: de elementen waar water uit bestaat. Het mineraalrijke grondwater dat zo ontstaat, noemen we kwel of kwelwater als het de grond weer uitkomt. Soms kan grondwater echter (ineens) niet meer verder naar beneden stromen. Bijvoorbeeld omdat een bodemlaag omhoog krult, of geen water doorlaat. Het grondwater verandert dan van stroomrichting. Het kan lokaal zelfs omhoog stromen en op een ‘vreemde’ plek uit de stuwwal lekken. Dit is wat er in de bronnen gebeurt. Mineraalrijke kwel wordt hier de bodem ‘uitgedrukt’. En als de stroompjes maar groot genoeg zijn, ontstaat er vanzelf een beek.

Uitredende kwel, aangerijkt met ijzer , Rick Staudt
Uittredende kwel, aangerijkt met ijzer. Let op het temperatuurverschil tussen het ‘warmere’ kwelwater en de sneeuw  Foto Rick Staudt

Stroomafwaarts
Eenmaal op gang gekomen, zoekt de beek een weg naar beneden. Het water ruist. Elzen staan met hun wortels in het water. Goudveil en waterviolieren kruipen ertussendoor. Op het wateroppervlak krioelen mijten, erboven hangen zwermen haften. Een beekoeverlibel warmt zich op. Na weer een bocht verdwijnt de beek tijdelijk onder de bomen. Het wordt iets koeler en donkerder. Een waterspitsmuis duikt weg. Hoog in de toppen van het elzenbroekbos zingt een wielewaal.

beekoeverlibel, Mark Zekhuis
De beekoeverlibel plant zich voort in de bronnen van de Mosbeek  Foto Mark Zekhuis
Elzenbroekbos met waterviolieren, Mark Zekhuis
lzenbroekbos met waterviolieren  Foto Mark Zekhuis

Systeem
Rick Staudt beheert de natuurterreinen van Landschap Overijssel in Noordoost-Twente. Het Dal van de Mosbeek ligt hem na aan het hart. ‘Het is niet alleen dat het hier zo mooi is. Ik ben ook gefascineerd door het systeem erachter. Natuurlijke processen zoals deze, daar word ik stil van. Zó puur, zo kwetsbaar en zo uitbundig.’ Naar verwachting worden in de tweede helft van 2025 Natura 2000-herstelwerkzaamheden uitgevoerd in drie beekdalen in het Springendal. Ook in het Dal van de Mosbeek. Het werk is inmiddels voorbereid, het wachten is op de laatste vergunning. De ingrepen hebben als doel de waterhuishouding in het gebied – in feite de motor van het systeem – te verbeteren. Rick: ‘Niet alleen de waterkwaliteit is cruciaal, maar ook de kwantiteit. Bijna alle vegetatie hier is extreem gevoelig voor de juiste waterstand. Zakt het peil te ver weg, dan heeft dat direct gevolgen. Dat wordt nu aangepakt.’

Dotterbloem-Mark Zekhuis
Een dotterbloem gaat dood als ze niet jaarrond natte wortels heeft. Het grondwater mag daarvoor niet lager dan 40 centimeter onder maaiveld staan  Foto Mark Zekhuis

Op stelten
Rick: ‘In 2019 is het brongebied van de Mosbeek verbeterd. Dat kon gelukkig toen al, omdat we die ingrepen op eigen terrein konden uitvoeren. We hadden haast omdat het gebied heel snel verdroogde. De beek was veel te diep ingesleten en draineerde de hele omgeving. We hebben de beekbodem met grof zand en grind verhoogd, maximaal zo’n tachtig centimeter, over een tracé van een paar honderd meter. Een precisieklus, met inmiddels geweldige resultaten.’ Mark: ‘Het effect van verdroging zie je bijvoorbeeld aan het elzenbroekbos langs de beek. Tachtig jaar geleden kiemden deze bomen in een natuurlijke veenlaag. Toen de grondwaterstand daalde, begon het veen te verteren. Inmiddels is het volledig verdwenen en zijn de elzen ‘op stelten’ komen te staan. Dat wil zeggen: alleen hun ‘tenen’ steken nog in de ondergrond. Een groot deel van de wortels ligt dus bloot.’ Rick: ‘Ironisch genoeg wordt het voor sommige elzen nu weer te nat. Ze hebben te lang droog gestaan. Of eigenlijk: zich te ‘goed’ aangepast aan de verkeerde omstandigheden. Als ze sterven, kan de zon door die gaten de bodem weer bereiken en kiemen er nieuwe. Er staan nu al nieuwe loten.’

Opgehoogde beekbodem nabij het brongebied, uitsnede Nico Kloek
Opgehoogde beekbodem nabij het brongebied, direct na de uitvoering in 2019  Foto Nico Kloek

Goudveil
Ook een effect van de eerste herstelfase van de Mosbeek (bronnen) is de terugkeer van het uiterst zeldzame goudveil in het gebied. Twee soorten maar liefst: paarbladig én verspreidbladig! De kleine plantjes bloeien in het vroege voorjaar en zijn typische indicatoren van broekbossen en brongebieden. Oftewel: ze laten zich zonder voldoende en schoon (kwel)water niet zien. Inmiddels breiden beide soorten zich zelfs uit. Daarmee is hun terugkeer een echte aanwijzing voor natuurherstel.

verspreidbladig goudveil, Mark Zekhuis
Verspreidbladig goudveil  Foto Mark Zekhuis

Balans
Rick: ‘Een belangrijk verschil tussen de geplande werkzaamheden later dit jaar en die in 2019, is dat er nu ook ingrepen plaatsvinden op gronden van derden. Dus in ‘niet-natuur’ zeg maar. Naast het verhogen van de rest van de beekbodem, worden er sloten gedempt, drainagebuizen verwijderd en komt er een bemestingsverbod op bepaalde percelen. Allemaal zaken met veel invloed op de agrarische bedrijfsvoering. Dat dat lastig is, begrijp ik heel goed. Voor de natuur is het een zegen. De kunst is het vinden van een goede balans die alle functies in een gebied respecteert.’

‘Fluïde’ oplossing voor de molens
Naast natuur en landbouw speelt ook cultuurhistorie een grote rol in het Dal van de Mosbeek. De molens van Frans en Bels zijn gekende en geliefde plekken. Het rad laten draaien, een belangrijke toeristische attractie, gaat niet vanzelf. Niet in de laatste plaats omdat de Mosbeek benedenstrooms snel verzandt. Daardoor stijgt het waterpeil en hangt het rad doorlopend in het water, wat weerstand geeft en onbalans veroorzaakt. Uitdiepen dan maar? Dat staat haaks op de conclusie dat de beekbodem juist omhoog moet, om de verdroging te stoppen. Tom Poes, verzin een list!

Samenhangend en praktisch
Projectleider Ben Ordelmans van Waterschap Vechtstromen: ‘Die vonden we tijdens een dag rondbanjeren in het gebied met álle betrokken partijen. Gewoon laarzen aan, kijken, discussiëren; samenhangend en vooral praktisch. Er rolde een pakket maatregelen uit waar iedereen ‘ja’ tegen zei. Een drempel verleggen, een duiker en een damwand eruit, een nieuwe put aanleggen, méér water langs de molen laten lopen zodat de beek op diepte blijft en verder de natuurlijke loop stimuleren. Dat was het grofweg. De uitvoering was in een paar weken gedaan. Ik denk er nog altijd met veel plezier aan terug. Hoe je iets dat op papier héél ingewikkeld is, in de praktijk relatief eenvoudig samen oplost. Een mooie les.’

Molenrad van Molen van Bels, Gonny Sleurink
Waterrad molen van Bels  Foto Gonny Sleurink
Nieuws uit de natuur!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang tips, nieuws en verhalen over de prachtige Overijssels natuur

Ja, ik meld me aan