Een stuwwal is een hoogte - een ‘rug’ - in het landschap, ontstaan door het stuwende ijs uit de voorlaatste ijstijd, zo'n 200.000 - 125.000 jaar geleden. Stuwwallen zijn de oudste landschappelijke relicten in Overijssel. Noord-Nederland was toen vanuit Scandinavië bedekt met een enkele honderden meters dikke ijskap en aan de randen van die ijskap werden lokaal aardlagen opgestuwd.

Zand, grind en keileem

De zand-, grind-, en kleilagen uit de oorspronkelijke bodem kwamen door dat proces scheef naast elkaar te liggen. Hierdoor komt het voor dat binnen een stuwwal voedselrijke en voedselarme en waterdoorlatende en ondoorlaatbare lagen elkaar afwisselen. Bovenop de stuwwallen liggen smeltwaterdalen, ontstaan na het smelten van het landijs. Onder het landijs is keileem afgezet, een mengsel van leem en (vermalen) zwerfstenen van enkele meters dik.

Stuwwallen in Overijssel

In Overijssel vind je verschillende stuwwallen, zoals de Sallandse Heuvelrug (78 m hoog) aan de westkant van Twente. Ook de Lemelerberg is een stuwwal die zo’n 150.000 jaar geleden is ontstaan toen gletsjers zand en grind voor zich uit duwden. Ze lieten een bult met een hoogte van 78 meter achter in een verder vlakke omgeving. De hoogste stuwwal van Overijssel bevindt zich bij Oldenzaal; de top van de Tankenberg ligt 85m boven NAP.