De tureluur is een middelgrote steltloper met vrij lange, rode poten. In Overijssel kiest hij als leefgebied graag kruidenrijke graslanden, met liefst wat slootjes, greppels of plasdras. Net als veel boerenlandvogels, neemt de tureluur in aantallen af. Een van de oorzaken is de intensivering van de landbouw. Ook heeft hij last van laag waterpeil.
Herkenning
De tureluur dankt zijn naam aan het geluid dat de vogel maakt: "tjululuu"; dat is namelijk makkelijk te vertalen naar 'tureluur'. Hij is altijd te herkennen aan de markante felrode poten en de brede witte achterrand van de vleugels. Er is nauwelijks verschil tussen man en vrouw; het mannetje is echter zwaarder getekend en donkerder. Een niet zo algemene weidevogel, die als niet-broedvogel vooral op het wad te vinden is. Meer informatie vind je op www.vogelbescherming.nl
Leefgebied
De tureluur houdt van vochtige, kruidenrijke, laat gemaaide graslanden met een pollige structuur en veel slootjes, greppels en plasdras; kwelders; natte, open duinvalleien, heiden en venen. Buiten de broedtijd verblijft hij graag in een zoute omgeving (getijdengebieden, Waddenzee, Delta) en ook in ondiepe plassen en slikjes in het binnenland.
Tureluur: neemt af in aantallen
Het gaat niet goed met de vogels van het boerenland. De aantallen gaan op veel plaatsen hard achteruit. Sommige soorten, zoals zomertaling en kemphaan zijn zelfs al verdwenen. Andere soorten, zoals de grutto, scholekster en tureluur, zien we nog wel, maar nemen in aantallen af. Hulp is nodig!