Knotbomen zijn bomen met een opgaande stam van anderhalve á tweeëneenhalve meter, waarbij bovenop de stam periodiek de daar groeiende takken worden geoogst. Hierdoor ontstaat een vergroeiing van de stam: de knot. Meestal gaat het om soorten als wilg, linde, es, eik, en populier. Knotbomen werden door de boer gepoot als grensafscheiding en voor geriefhout. Knotbomen hebben grote ecologische waarde: behalve vlinders, profiteren ook vogels als steenuil, kerkuil, witte kwikstaart, holenduif en mezen van knotbomen. Vleermuizen kunnen in de holen van knotbomen voorkomen. In de knot groeien vaak allerlei andere planten, struiken en boomsoorten, maar ook mossen. De ecologische waarden van knotbomen wordt vergroot doordat ze lijnvormig voorkomen en daardoor een verbindingslijn vormen voor dieren, zoals vleermuizen.
Landschap: Essenlandschap, Kampenlandschap, Maten en flierenlandschap (Beekdallandschap), Jong ontginningslandschap, Klei-ontginningslandschap, Kraggenlandschap, Oeverwalontginningslandschap, laagveenontginningslandschap.
Hoofdsoorten: schietwilg, zomereik, winterlinde.
Plantwijze: schietwilg kan als staak worden geplant. De staken zijn 2 tot 3 meter lange takken die zijn gesnoeid van andere wilgen. Deze gesnoeide staken kunnen na het schillen van de onderste 50 cm. in een plantgat worden gedrukt. Zomereik en winterlinde kunnen als boom worden aangeplant en na 5 jaar worden geknot op de gewenste hoogte.
Plantafstand: minimaal 6 meter tussen de planten in de rij.
Volgroeide breedte: een volgroeide knotboom kan tot 6 meter breed worden, maar dit is wel afhankelijk van de soort.
Volgroeide hoogte: door het knotten van bomen kan de hoogte zelf worden bepaalt. Wordt frequenter geknot dan wordt de boom maximaal 5 meter hoog.
Beheer: knotbomen worden frequent gesnoeid. Bij wilgen en lindes moet dit gemiddeld om de 3 jaar. Bij eiken kan de frequenties van knotten langer duren, tot wel 10 jaar afhankelijk van de groeisnelheid. Gemiddeld kan worden gesteld dat wanneer de takken een dikte hebben van 6 tot 8 cm. er geknot kan worden. Bij eiken verdient het de voorkeur om gefaseerd te knotten en elke 5 jaar de dikste takken te knotten.