Met een start in hartje Boekelo lekker op pad door bossen, langs beekjes en weiden. Verrassend zijn de vele vogels en (als u geluk heeft) soms een haas of ree rennend over de velden. Al lopend ziet, hoort en bewondert u deze prachtige omgeving.
De startlocatie is bij Restaurant De Buren in Boekelo gemeente Enschede, adres is Beckumerstraat 2.
Een afwisselende wandeling met onverharde en verharde paden.
De meeste planten moeten bestoven worden om zich te kunnen voortplanten. Dit betekent dat stuifmeel van een mannelijke bloem op de stamper van een vrouwelijke bloem terecht moet komen. In ons land is plm. 80% van de plantensoorten voor hun bestuiving in belangrijke mate afhankelijk van insecten.
Geriefhoutbosjes met hakhout dienden vroeger veelal om hout te leveren voor de verkoop of voor dagelijks gebruik in en rond de boerderij. De bosjes zijn vaak afgescheiden door een sloot of afrastering zodat het vee er buiten blijft. Geriefhoutbosjes komen zowel op natte als op droge gronden voor.
Beken en rivieren zorgen van oudsher voor een natuurlijke afwatering van omliggende gebieden. Voor een snellere afwatering en het droogleggen van weide/akkerbouw land zijn veel waterlopen recht(er) getrokken in de vorige eeuw. Tegenwoordig zien we gelukkig het nut van een meanderde beek weer in.
De bremstruik ook wel bezembrem genoemd, dit omdat de twijgen destijds werden gebruikt voor het maken van bezems. De brem is een waardplant voor de bremvlinder, zie de foto daarvan.
Deze Rutbeek vormt samen met o.a. de Hegebeek, de Azelerbeek, de Boekelerbeek en de Zonnebeek een omvangrijk stroomgebied. Voor vissen is het van groot belang dat zij van het ene naar het andere gebied kunnen zwemmen. En zo'n meanderende beek ziet er zeker ook nog eens fraai uit.
Een beukenlaan gaf vroeger (extra) aanzien op weg naar landgoederen, kastelen en buitenverblijven. Tegenwoordig zijn ze nog steeds prachtig en machtig om te zien, allemaal statige beuken op de rij staand.
Landhuis De Weele werd gebouwd in 1911/12 in opdracht van Helmig van Heek (van de Twentse textielfamilie). Het landhuis is tegenwoordig een gemeentelijk monument. De tuin rondom het landhuis werd ontworpen door de bekende tuinarchitect P.H. Wattez.
De namen van de Rutbeek en de Zonnebeek komen nog elders terug in deze omgeving. De Rutbeek is ook een grote recreatieplas die iets ten zuiden ligt. Aan die kant ligt ook het landgoedhuis Zonnebeek, dat begin 20e eeuw werd gebouwd, door opdrachtgever J.B. van Heek, van eerder genoemde familie.
Aan de rechterhand een uitgestrekt weiland dat met wat geluk weidevogels laat zien, zoals de grutto (onze nationale vogel), of een kievit, herkenbaar aan zijn kuif of de scholekster met het zwart-witte verenkleed en lange oranje snavel. Mogelijk vliegt er net een buizerd vanuit de bomen op....
In het Teesinkbos ligt het voormalige landgoed ‘Het Teesink’ dat eigendom was van de texielfamilie Van Heek. Ook de vijverpartijen zijn destijds aangelegd als onderdeel van het geheel van open en dichte ruimtes. Ook nu nog roept het de statige sfeer van weleer op. Verderop ligt een grotere vijver.
Vanaf deze kant is de kijk op de vijver totaal anders, meer dromerig en een beetje mystiek zelfs. Alleen de mist ontbreekt er misschien nog aan. Niets let u om even op het bankje plaats te nemen en te genieten van de rust van deze omgeving.
Dit is het pad naar voormalig landgoed “Het Teesink” met daarop het jachtlandhuis van de familie Van Heek. Deze villa is jaren geleden gesloopt t.b.v aanbouw van Medisch Kleuterdagverblijf Tesinkweide, welke gebouwen er nog steeds staan. Het gebied is nu in eigendom van Landschap Overijssel.
Aan de rechterkant stroomt de Teesinkbeek. Vroeger heette deze beek de Veldbeek.
Vermoedelijk was dit oorspronkelijk een eendenkooi, een beschutte plek in een dicht bos met een plas water en wat gras omzoomd en met een beplante omheining afgeschermd. Ogenschijnlijk een rustige plek voor eenden, maar dat was beoogde schijn, want alles was zodanig opgezet als jachtterrein.
Deze route is gemaakt door routevrijwilliger Willy Brinkbaumer.