De textielindustrie heeft Twente gevormd tot de regio die het nu is. Deze route gaat over Smalenbroek, een van onze Landgoederen van Textiel. Textielfabrikant Ter Kuile liet het park met slingerende paden en waterpartijen ontwerpen door Pieter Wattez. Met uitstapje naar Groot Brunink & Stroink.
Startpunt: Kruising Stroinksweg Buurserstraat, Enschede
Route over onverharde paden
Bij Landschap Overijssel hebben we negen 'Landgoederen van Textiel' in beheer. Allemaal landgoederen die oorspronkelijk een Twentse textielfabrikant als eigenaar hadden en tussen 1880 en 1930 zijn aangelegd; de hoogtijperiode van de Twentse textielindustrie.
Omdat de landschapsparken op deze landgoederen in dezelfde periode zijn aangelegd, kennen ze nu dezelfde problemen. Oude lanen vervallen, solitaire bomen vallen (versneld) uit, de letterzetter brengt schade aan naaldbossen en beken vallen droog.
Om de parken te behouden voor de generaties na ons, moeten we de komende jaren keuzes maken. Om dat op een verantwoorde manier te doen, hebben we voor elk landgoed een toekomstvisie en een onderhoudsplan ontwikkeld. Zo werken we toe naar klimaatbestendige en aantrekkelijke landschapsparken.
In het vroege voorjaar bloeit hier de bosanemoon. De rododendrons geven net iets later kleur aan het landgoed. Opvallend zijn de grote alleenstaande bomen in de weilanden en het meanderende beekje.
In dit essenlandschap wordt al sinds de late middeleeuwen geboerd en gewoond. De hoger gelegen dekzandrug zorgde voor droge voeten. De monumentale boerderij aan de overkant van het water stamt niet uit die periode, maar heeft - met zijn bouwjaar 1715 - toch een respectabele leeftijd.
Jan ten Smalenbroek jr. bouwde de boerderij in 1715. De commiezenkamer herinnert aan de tijd dat smokkelaars hun waar van en naar Duitsland brachten. Het erf was omgeven door een uitgestrekt akkercomplex waarop boekweit, aardappelen, bonen, gerst, haver en rogge werden verbouwd.
In 1894 wordt Smalenbroek gekocht door textielfabrikant Engelbert H.K.J. ter Kuile (1860-1943) samen met zijn vrouw Christina A. Blijdenstein (1861-1936). Het paar woont aan de Gronausestraat in Enschede en Smalenbroek vormt maar liefst 50 jaar lang hun buitenverblijf.
Ter Kuile begint al snel met het moderniseren van het oude boerenerf. Hij laat landschapsarchitect Pieter Wattez een ontwerp maken waarin alles samenkomt. Landbouw, bosbouw en de uitstraling van een landgoed met allure; het etaleert de rijkdom van de familie Ter Kuile.
Landschapsarchitect Pieter Wattez ontwerpt een landgoed met allure. Smalenbroek krijgt een lange slingerende toegangslaan, een enorme vijver, solitaire bomen, mooie bosranden en een groot netwerk van wandelpaden met uitkijkheuvels en theekoepels. Veel van deze elementen zie je nu nog terug.
In 1937 koopt Ter Kuile het naastgelegen erf ’t Spik. Ook hier zorgt Wattez voor een uitgebreid wandelnetwerk dat aansluit op de paden van Smalenbroek. Langs de bosrand en beek komen uitkijkpunten en eiken dienen als 'aankleding'. De meeste eiken staan er nog.
Voor het toekomstige beheer van het landgoed is in 2022 een 'gedachtengoedkaart' gemaakt; een kaart die aangeeft hoe we het originele ontwerp van Wattez kunnen terugbrengen in de huidige situatie, met maatregelen die tegelijkertijd klimaatbestendig zijn.
In 1715 bouwde Jan ten Smalenbroek de monumentale boerderij aan de overkant van het water. Het erf was omgeven door een uitgestrekt akkercomplex waarop boekweit, aardappelen, bonen, gerst, haver en rogge werden verbouwd.
Daarnaast verdiende Smalenbroek aan veeteelt (koeien, paarden en biggen). Maar de meeste inkomsten kwamen uit de bosbouw. De oude bossen aan de zuidkant van de boerderij leverden o.a. eiken en beuken, te gebruiken als timmerhout, essen voor brandhout en populieren voor klompenhout.
Eind 19e eeuw was het oude erf Smalenbroek ‘ingedut’, totdat textielfabrikant Ter Kuile in 1894 van Smalenbroek een toonbeeld van vooruitgang maakte. De ouderwetse plaggenlandbouw maakte plaats voor nieuwe heideontginningstechnieken, krachtig stamboekvee en een uitgebreide boomgaard.
Ook bij de tuin- en parkaanleg werden kosten nog moeite gespaard. Nog geen tien jaar later werden vanuit het hele land excursies naar landgoed Smalenbroek georganiseerd. NB de boerderij en oprijlaan zijn niet toegankelijk voor publiek.
Als Engelbert ter Kuile in 1943 komt te overlijden, nemen zoon Hendrik (1896-1979) en diens vrouw Hermina Wilhelmina (1898-1977) het beheer van het landgoed over. Zij doen dit zoveel mogelijk met dezelfde mensen als voorheen.
Op veel van dit soort 19e eeuwse buitenplaatsen werd een royaal landhuis gebouwd. Op Smalenbroek vervulde de boerderij die functie. Wel werd in 1958 de witte villa bijgebouwd. Landschapsarchitect T.H. Koning, die eind jaren '40 nog met Wattez samenwerkte, zorgde voor de landschappelijke inpassing.
NB de villa en oprijlaan zijn niet toegankelijk voor publiek.
Sinds 1979 is het landgoed in beheer van Landschap Overijssel. De villa en de boerderij zijn nog steeds in particulier bezit. Op de bolle es wordt inmiddels opnieuw rogge verbouwd.
Via het project 'Landgoederen van Textiel' werken wij aan het behoud en klimaatbestendig maken van de landschapsparken op deze landgoederen. Ook hier op Smalenbroek doen we ons best om met respect voor het originele landschappelijke ontwerp klimaatbestendige maatregelen te nemen.
Een vriendelijk landgoed van bijna 100 ha, ingebed in het Twentse hoevelandschap, met afwisseling van bos, houtwallen, wei- en bouwland. De monumentale boerderij Hof Brunink is nu een biologisch melkveebedrijf.
In 1341 wordt de boerderij vermeld als een Münsters borgleen. Door Hendrik van Kuinre werd er recht gesproken voor de marke Usselo. Ook was de hoeve een centrum voor de afdracht van belastingen. Het oude hof was omgeven door een gracht die in verbinding stond met de Bruninksbeek.
De tweede verdedigingslinie tegen plunderaars bestond uit een aarden wal plus gracht. Via het adellijke geslacht Van Heeckeren kwam het hof, toen niet meer dan een bouwval, in handen van pachter Herman Brunink, die in 1753 de boedel opkocht.
In de bossen langs de Bruninksbeek - voornamelijk eik en beuk - vind je o.a gele dovenetel, dalkruid, muskuskruid en hulst. Het loofbos gaat verderop over in grof dennenbos. De bossen in het zuidelijk deel van het landgoed bestaan voornamelijk uit grove den en fijnspar met hier en daar eik.
Door de afwisseling in vegetatie en het parkachtige landschap vind je hier een enorme rijkdom aan vogels (maar liefst 58 verschillende broedvogels). Ook zijn er tal van vlindersoorten en zoogdieren zoals reeën, eekhoorns, konijnen, hazen, mollen en boommarters.
Over de middeleeuwse put op het erf, afgedekt met een wagenwiel, werden de wildste verhalen verteld. Deze hielden verband met de bedevaartgangers naar Stadtlohn, 15 km ten zuiden van Alstätte. Toen het vereerde Mariabeeld in 1866 uit de kerk van Stadtlohn werd gestolen, hielden de bedevaarten op.
Door het parkachtige landschap vind je hier een enorme rijkdom aan vogels, zoals hoog in de bomen de mooi getekende appelvink. Of verschillende lijsterachtigen zoals de zanglijster. In de winter zie je de kramsvogel en de koperwiek die naar voedsel zoeken in de weilanden.
Hof Brunink is een karakteristieke Twentse boerderij (type 'hallehuis') uit de 19e eeuw. Aan de voorzijde wordt gewoond, aan de achterzijde zijn de stallen. Typerend voor dit soort Twentse boerderijen zijn de met rode pannen belegde zadeldaken en de houten gevelbekleding in te topgevels.
In de 14e eeuw was Hof te Brunink een adelijk huis. Familie van Heeckeren was van 1693 tot 1753 het laatste adelijke geslacht met zogenoemde 'heerleijke rechten' op Hof te Brunink. In die tijd werden de boerderijen door de adel verpacht.
Tegenwoordig is boerderij Hof Brunink een biologisch melkveebedrijf.
Landgoed Stroink is een parkachtig natuurgebied dichtbij de stad, met fraaie bossen, weiden, lanen en poelen. Oorspronkelijke was het landgoed 70 ha groot. Een groot deel daarvan is tegenwoordig bebouwd, de overige 27 ha is sinds 2013 in beheer van Landschap Overijssel (erfpacht gemeente Enschede).
't Stroink wordt doorsneden door de Broekheurnerbeek. In het bos vind je een deel van de oude beekloop terug. Dat zie je aan bomen zoals de iep, es en els en ook aan planten als verschillende soorten varens, wederik en moerassprirea. Je ontdekt de natte delen van 't Stroink via het vlonderpad.
Helaas zijn de graslanden en bossen op veel plekken verdroogd. Het beheer is gericht op het in stand houden van kleinschalige graslanden, voornamelijk via begrazing. Op andere delen vervangen we dode beuken door lindes. Ook houden we hulst in toom zodat andere planten zoals kruiden kunnen overleven.
Route gemaakt door Landschap Overijssel.
Maak Overijssel groener en gezonder. Al vanaf €7,50 bescherm jij één vierkante meter natuur.
Help mee!