De Lonnekerberg is met haar 60 meter hoogte het hoogste punt in de omgeving van Enschede. Deze mooie wandeling van 1,5 tot 2 uur door het natuurgebied van Landschap Overijssel zit vol afwisseling: van bessenpad en beukenbos tot kleigaten en het graf van textielfabrikant Blijdenstein.
Startpunt: Bergweg, Enschede. Parkeerplaats aanwezig. Komende vanuit Lonneker via de Oldenzaalsestraat, linksaf de Oude Deventerweg in. Bij de eerste kruising rechtsaf, de Bergweg in. Na ongeveer 400 meter is het parkeerplaatsje aan uw rechterhand. De wandeling begint ongeveer 200 meter terug in de richting waar u vandaan bent gekomen.
De wandeling is niet geschikt voor wandelwagens en mensen die slecht ter been zijn. Let op: na regenval zijn sommige paden erg modderig.
Het smalle bospad leidt ons door een vochtig gebied. Er staan bomen die goed tegen nattigheid kunnen zoals berken. De bomen zijn dun en laten veel lichtval door. Hierdoor kunnen ook struiken een plekje vinden. Ook is er genoeg licht om op de bodem begroeiing te vinden.
Na verloop van tijd merk je dat er iets verandert. Je bent opeens in een donker beukenbos. De bomen zijn hoog en de bodem is bedekt met afgevallen beukenblad. Er groeit bijna niets op de grond, want een groot deel van het jaar is het donker door het blad aan de bomen.
Neem na het passeren van het hekje (wandelpunt R85) de tweede weg links.
Omdat hij zo verknocht was aan het gebied, werd Blijdenstein na zijn overlijden in 1896 hier begraven in een familiegraf. Behalve enkele familieleden ligt er ook een hondje begraven in een klein grafje rechtsvoor.
Recent werd het originele beplantingsschema van het graf gevonden in het archief. Wat blijkt is dat familie & vrienden ruim 30 verschillende bomen in een kring rondom het graf hebben geplant. Op de lijst staan namen van bekende Twentse textielfamilies als Van Heek, Ledeboer, Van Delden en Ter Kuile.
Het beplantingsschema is gemaakt door Blijdenstein's zoon Albert Jan Helmich, ter nagedachtenis aan zijn vader.
Aan het eind van de zomer zien we de vruchten en bessen aan de struiken komen. Op de zure, voedselarme grond van de Lonnekerberg kun je dan frambozen, bramen, bosbessen en vossenbessen vinden. Je ziet ze links en rechts aan het pad, nadat u het bankje bent gepasseerd.
De braamstruik bloeit van mei tot september met kleine witte bloemetjes. Bijen en hommels zijn hier vaak te vinden en zorgen voor bestuiving. Het is een favoriete plant, een waardplant, voor veel vlinders. De eerste vruchten zijn rijp vanaf augustus en kunnen dan heerlijke jam opleveren.
U kunt de frambozen herkennen aan hun grijsachtige blad aan de onderkant. U ziet rechts van het pad bramen en frambozen door elkaar staan.
Eerst ben ik zo groen als gras, dan zo rood als bloed en dan zo zwart als roet. Rara wie ben ik? (antwoord aan einde wandeling)
Aan de linkerkant van het pad staan lage struikjes van rode en blauwe bosbessen. De rode hebben soms tot in de winter bessen. De blauwe bessen zijn er meestal in juli/augustus. Ze zitten vol vitamine C. Bekijk ook de bloesem van de rode bosbes eens. Prachtige trosjes!
Om het natte gebied geschikt te maken voor bosbouw, liet Blijdenstein greppels graven. Hierdoor ontstonden de rabatten (in totaal 320 km). Dit zijn verhoogde wallen waarop (vooral) naaldbomen werden aangeplant. Deze zijn in het gebied nog volop te zien.
De naaldbomen werden overigens gebruikt in de mijnen in Zuid-Limburg om de gangen te stutten. Naaldhout kraakt nogal en als de mijn dreigde in te storten werden de arbeiders gewaarschuwd door het geluid van het hout.
Blijdenstein verzamelde bomen en zaden van over de hele wereld. Op de Lonnekerberg zijn veel verschillende exotische bomen te vinden: paardenkastanje, moerascipres, rododendron, rode beuk, sequoia. En ook naaldbomen: Japanse lariks, Weijmouth Den, Douglasspar en Sitkaspar.
Het hout van de Douglasspar is zeer hard, hij heeft een rechte stam, weinig zijtakken en groeit snel. De houtopbrengst is 3 keer zo hoog als van een inheemse grove den en wordt veel gebruikt voor meubels, kozijnen en heipalen. De kegel van de Douglas is te herkennen aan de kleine dekschubben.
David Douglas , een Schot, leefde van 1799 tot 1834 en was als kind al gefascineerd door planten en bomen. Hij werd door een Engelse Botanische vereniging naar het Westen van Amerika uitgezonden, waar hij zaden van naaldbomen verzamelde die hij naar Engeland stuurde.
Hij is op 35-jarige leeftijd omgekomen. Het verhaal gaat dat zijn lichaam door zendelingen in Hawaï is gevonden in een diepe kuil die was gegraven om wilde runderen in te vangen. David Douglas zou erin gevallen zijn. De naaldboom die bij de kuil stond noemde men toen een Douglasspar.
Op de Lonnekerberg vinden maar liefst elf soorten vleermuizen, waaronder drie zeer zeldzame, een thuis. Daarmee is de Lonnekerberg uniek in Nederland. De vale vleermuis, de Brandts vleermuis en de Bechsteins vleermuis zijn de meest bijzondere soorten.
Tegen de schemering verlaten de vleermuizen hun schuilplaats en gaan ze foerageren. Sommige soorten vleermuizen eten maar liefst drieduizend muggen per nacht.
Zes weken lang verbleef Klaas Kamphuis midden in de natuur. Tussen de eikenbomen maakte hij in 2018 een groot houtsculptuur voor de Lonnekerberg in opdracht van de Stichting Kunstenlandschap Lonneker. “De geur van hout: dan weet ik dat thuis ben,” aldus de kunstenaar.
Meer weten?Tijdens de Duitse bezetting werd het gebied van het vliegveld door de Duitsers uitgebreid en diverse boerderijen, waaronder die van Strootman, moesten daarvoor ontruimd worden. Het hek is nog het enige wat over is.
Landschap Overijssel wil de oorspronkelijke bebossing terugbrengen op de Lonnekerberg. Daarom zijn hier bepaalde naaldbomen gekapt en loofbomen aangeplant, waaronder linde, winter eik, es, els en berk.
Op veel plekken kiezen we ervoor om dood hout te laten liggen. Op het dode hout leven tal van organismen. Vlak onder de schors zitten pissebedden, duizendpoten, spinnetjes, etc. Die vormen een heerlijk maal voor vogels en kleine zoogdieren (muizen).
Ook spechten profiteren van dood hout; zij roffelen met hun snavel insecten uit het dode hout en hakken er hun nest uit. In dit gebied vind je zowel bonte, zwarte als groene spechten. Paddestoelen breken met hun netwerk van schimmeldraden (mycelium) het dode hout af. Al met al een mooi ecosysteem.
Op de oude schietbanen werden handvuurwapens en boordwapens in vliegtuigen getest. Aan het begin van de boordschietbaan stelde men vooral Messerschmitts op. Verderop stond een bunker gebruikt als kogelvanger.
Langs de boordschietbaan is een herinneringspad aangelegd met persoonlijke verhalen uit de oorlogstijd in het Fliegerhorstgebied. Verhalen over de verdreven boeren, de bezetting, gevechtshandelingen, de bevrijding en meer.
De boordschietbaan is inmiddels gerestaureerd. Kunstenaar Paul de Kort transformeerde de oude kogelvanger i.s.m. landschapsarchitect Marcel Eekhout tot een kunstwerk.
Hier zie je op sommige plekken nog de afrastering die het natuurterrein scheidt van het voormalige vliegveld. Dit vliegveld is destijds gefinancierd door een groep Twentse industriëlen, waaronder sommige textielfabrikanten, en in 1931 in gebruik genomen. In 1939 werd het militair terrein.
Sinds 2016 is een deel van het vliegveld natuurgebied. Je komt er door de betonnen baan te volgen. Vooral in het voorjaar is een wandeling over het voormalige vliegveld een aanrader. Er vliegen en fluiten dan tal van veldleeuweriken.
Linksaf voor een kijkje bij de voormalige kogelvanger van de boordwapenschietbaan. Meer info bij het bankje op de betonnen baan links. In de verte ziet u het voormalige Vliegveld Twenthe. Loop vanaf het bankje weer terug en sla linksaf het bospad in.
lees de info bij het bankje.
Net als de varen is de bospaardenstaart een sporenplant. De plant groeit op halfbeschaduwde plekken. Je herkent hem in april/mei aan de holle, kale stengels, met bovenaan een aar met sporen. Er zijn mannelijke en vrouwelijke aren. Later in het jaar komen de zijtakjes in kransen te voorschijn.
Deze plant stamt uit het Carboon en bestaat al 300 miljoen jaar. In die tijd was het een reuzenplant/boom van wel 20 meter hoog. Deze bospaardenstaart staat nu op de Rode Lijst van bedreigde plantensoorten.
We verlaten het gebied "Lonnekerberg" dat sinds het jaar 2000 wordt beheerd door het Overijssels Landschap. Over enkele meters staan we weer op de Bergweg en slaan daar rechtsaf, richting parkeerplaats.
Jaap Scholten fietste een keer midden in de nacht over de Lonnekerberg naar Oldenzaal. Hoor hier waarom en hoe het afliep. Uit 'Bavianenhaar en chipolatapudding'
De Lonnekerberg is onderdeel van de stuwwal Oldenzaal - Enschede. Deze stuwwal is ontstaan in de voorlaatste ijstijd ca. 140.000 jaar geleden, toen het landijs vanuit Scandinavië de bodem omhoog stuwde. De ondergrond bestaat hier uit keileem, dat geen water doorlaat.
Deze kleigaten zijn ontstaan doordat men voor de productie van rode baksteen klei uit de grond haalde. Ze zijn vernoemd naar de 'Twentsche stoomsteenfabriek Lonneker, Smulders en Mulder' die hier van 1899 - 1931 stond.
Tegenwoordig zijn de kleigaten geliefde visvijvers, waar je zelfs af en toe een snoek kunt vangen. Dat geeft aan dat het water van goede kwaliteit is. Er zitten veel watervogels, eenden, futen, meerkoetjes en als je geluk hebt zie je misschien de ijsvogel (ook wel de King Fisher genoemd).
Sla rechtsaf bij het paaltje van X13.
Routebeschrijving door Tineke Eitink en Lidy Vrijheid, IVN Enschede Foto's van Henk Eitink en Lidy Vrijheid geactualiseerd februari 2020
Maak Overijssel groener en gezonder. Al vanaf €7,50 bescherm jij één vierkante meter natuur.
Help mee!