Dag zes van het Hilligenpad voert van Zenderen naar Beckum. Het Hilligenpad is een zevendaagse bezinningsroute door het Twentse landschap. Voor wie op zoek is naar rust en reflectie of voor als je wilt gewoon wilt genieten van 'oale' grond. Deze dag ben je te gast op landgoed Twickel.
Startpunt: Zwanenhof voormalig retraitehuis in Zenderen
Volg de paars/witte gemarkeerde route. Routemarkering gebeurt door vrijwilligers, mail ons als de route niet klopt: info@landschapoverijssel.nl
De 'Maria-eik' is een holle eik waarin ooit door iemand een beeltenis van Maria is verstopt. Een uitzending hierover op Radio 1 bracht een toestroom van belangstellenden op gang, als ware het een bedevaart!
In de katholieke traditie is een bedevaart een reis naar een plek waar een heilige wordt vereerd, of waar wonderbaarlijke genezingen, verschijningen (vaak van Maria) of andere als bovennatuurlijk ervaren gebeurtenissen hebben plaatsgevonden.
De wens om op reis, op bedevaart of pelgrimstocht te gaan is er een van alle tijden. Of het nu is om tot bezinning te komen, over een god of een hoger doel na te denken, of gewoon om een poosje afstand te nemen van het soms hectische bestaan en inspiratie op te doen. Wat is jouw reden?
Deze streek behoort tot één van de vroegst bewoonde plekken in Twente. Op de Deldeneresch wonen al sinds de bronstijd (zo’n 5000 jaar geleden) mensen. Soms vinden we in het landschap hun sporen terug. Bijvoorbeeld in de vorm van grafheuvels, zoals hier rechts aan de overkant van de Twickelervaart.
Dit grafveld stamt uit de Trechterbekercultuur, de periode waarin jagers-verzamelaars zich op vaste plekken gingen vestigen en boeren werden. Grafheuvels geven ons een inkijkje in het leven van onze voorouders. De grafheuvels zijn niet toegankelijk, maar je ziet de glooiing tussen de begroeiing.
Op de hoogtekaart zie je een 20-tal grotere grafheuvels. De kleine stippen zijn waarschijnlijk urnenheuveltjes - een begraafcultuur die later ontstond. Zo verschillen begraafrituelen per tijdsperiode en vaak ook per cultuur en geloof. Weet jij of je begraven of gecremeerd wilt worden?
Door het Koematenveld - een nat heidegebied - is een bijzonder houten vlonderpad aangelegd. Het pad zorgt ervoor dat je droge voeten houdt, mocht het water hoog staan. Door de combinatie met de lage naaldbomen doet dit natuurgebied een beetje buitenlands aan.
Veel bezoekers ervaren het landschap hier als het mooiste van Twente. De combinatie van rust en schoonheid maken het een fijne plek om even stil te staan. Misschien voor een korte meditatie? Of gewoon voor een slok water en een boterham.
Op deze plek stond ooit een drietal prachtige eiken. Ze werden ‘heilige bomen’ genoemd, omdat hier in de oudheid gepredikt zou zijn en ook recht werd gesproken. De bomen stonden midden in de marke Deldener Es, aan de weg van de Esschool naar erve Wanink.
Een toeristische gids uit 1910 verhaalt over “breedgetakte eiken, de zoogenaamde heilige eiken. Het zijn zeer zware boomen, één van dezen aan zijn voet reeds in drieën forsch uitloopende, vormt al ’t ware een stoel. De overlevering zegt dat hij in den Lebuïnentijd als predikstoel werd gebruikt.”
Een storm maakte in 1927 helaas een einde aan twee van de drie eiken. De laatste van de drie eiken is kort na 1945 omgewaaid. De Hellendoornse Johanna van Buren dichtte in 1928: 'O, oale heilige beume / Biej Delden an den esch / Iej hebt miej zoo bevangen / En 't is miej good ewest'
Ter gelegenheid van de uitbreiding van het Hilligenpad, zijn op initiatief van Derk Rouwhorst (erelid van de Vrienden van Twickel) opnieuw drie eiken geplant. Zo gaat het verhaal niet verloren en dragen we bij aan het streekeigen coulisselandschap van Twente.
Ooit stonden hier twee watermolens langs de Oelerbeek: een korenmolen en een oliemolen. De korenmolen maalde meel uit rogge, boekweit en mout. Deze werd in 1825 afgebroken omdat de concurrentie van windmolens te groot werd.
De molen die er nu nog staat is een oliemolen. Hier sloeg men lijnolie uit vlaszaad. En nog altijd houden vrijwilligers dit proces gaande. Wist je dat de molen in allerlei religies symbool staat voor omvorming, diepgaande verandering?
Kerkvader Augustinus verbindt in de 4e eeuw het proces van graan tot brood met het proces van doopleerlingen: als graankorrels worden zij tot meel gemalen en - tijdens de doop - met water besprenkeld. Met de ontvangst van het vuur van de heilige Geest worden de dopelingen als het ware gebakken
Ook in landen met een boeddhistische traditie zoals China, Tibet en India, hebben molens een spirituele betekenis. In de boeddhistische leer staat het draaien van gebedsmolens en gebedswielen symbool voor de Dharma, het Wiel van Verandering.
Op de stam van een beuk in het Overpark van kasteel Twickel sneed François Haverschmidt in 1879 zijn naam uit. Haverschmidt (1835 - 1894) was predikant maar was beter bekend als de Leidse student die onder de naam Piet Paaltjens de gedichtenbundel 'Snikken en Grimlachjes' schreef.
In zijn gedicht 'De zelfmoordenaar' breekt het voorjaar aan met een vrijend paartje dat wordt getroffen door de laars die van een verteerd been glijdt. Het heertje hangt. Aan een eik. ‘In het diepst van het woud / ’t Was herfst en erg koud / Liep een heer in zijn eentje te dwalen…’
Haverschmidt studeerde theologie in Leiden, waar hij aanhanger werd van de moderne theologie; een stroming die niet langer uitgaat van een onaantastbare Bijbel, maar kritisch kijkt naar wat werkelijk waar is.
Terwijl zijn literaire succes groeide, had Haverschmidt het in het dagelijks leven moeilijk. Dat hij tobde met het leven blijkt uit zijn zelfgekozen dood in 1894. Toch zal hij op Twickel goede momenten hebben gehad; hij kwam hier zeker 3 maal op bezoek. In de schors van deze boom is hij vereeuwigd.
Een kasteel is geen echt kasteel zonder geestverschijningen. Kasteel Twickel is daarin geen uitzondering. Maak kennis met Nicolaas Beumer, achtereenvolgens herbergier van Carelshaven, bode van Graaf Carel George van Wassenaer Obdam en spook.
Het verhaal gaat dat Beumer hier in 1795 op pad was voor de graaf van Twickel en werd aangehouden door soldaten van Napoleon met belastend materiaal. Hij werd ter plekke gefusilleerd en zou zijn begraven op een verhoging in de kooidijk.
In verschillende publicaties duikt Beumer op, als zou hij nog regelmatig rondspoken "..in de gedaante van hellehond met ogen zo groot als schoteltjes!" Om het verhaal te bewaren, heeft Twickel de plek van zijn vermoedelijke graf gemarkeerd door er beuken omheen te planten.
Landgoed Twickel is ontstaan in de middeleeuwen. De oudste vermelding van een huis op deze plek is 1347, toen Herman van Twickelo Huis to Eysinc kocht, zoals het toen heette. Van het kasteel zoals het er nu staat, stamt o.a. de toren aan de voorkant uit de 15e eeuw. Andere delen zijn later gebouwd.
De ornamenten op de voorgevel vormen een gelegenheidscombinatie van godsdienstige thema's. Links en rechts zie je op de zuilen Adam en Eva met tussen hen in de Boom der Kennis; de boom die goed van kwaad kan onderscheiden uit het bijbelverhaal van de Zondeval.
Hoewel dit geloofsartikel in de 17e eeuw al op zijn retour was, vonden de bewoners in die tijd - de Raesfelts - het thema blijkbaar zó belangrijk dat ze het in 1642 lieten inmetselen op de voorgevel van hun kasteel. Wel kregen Adam en Eva een minder schuldbewust uiterlijk dan gebruikelijk.
Bijzonder is dat de Zondeval wordt gecombineerd met een reliëf van de Stal van Bethlehem met daarin de pasgeboren Christus, de Verlosser. Van Zondeval tot Verlossing dus. Ben jij grootgebracht in een christelijke traditie? En speelden thema's als schuld, zonde en verlossing hierin een rol?
De kerk van St. Blasius stond er al lang toen Herman van Twickelo zich in 1347 op de Deldeneresch vestigde. Met zijn komst kreeg de kerk er - naast Blasius - een beschermheer bij. Ook kasteelbewoners die na hem kwamen, gaven volop steun; van herbouw na brand tot en met de aanschaf van een kerkorgel.
Helaas werd de verbindingsweg tussen kerk en kasteel - het 'kerkpad van de barones' - in 1970 doorsneden door de rondweg. Als je goed kijkt zie je nog een klein stukje van het originele pad vanaf de kasteeltuin via de moestuinen aan de Noorderhagen richting kerk.
Over de heilige Blasius zelf is niet veel bekend, behalve dat hij een jongen genas die bijna stikte in een visgraat. Aan deze vertelling hebben katholieke kerkgangers de Blasiuszegen te danken; een jaarlijks ritueel op 3 februari bedoeld ter voorkoming van keelaandoeningen en andere kwalen.
Bijzonder is trouwens het varkensrooster bij het toegangshek van de kerk. Hiermee werden vroeger de varkens van het kerkhof geweerd. En mogelijk ook de duivel met zijn bokkenpoten..
Hier aan de zuidkant van het Twentekanaal ligt de Joodse begraafplaats, die eind 20e eeuw is gerestaureerd door beschermheer Lex Groenheim, de laatste Joodse slager uit Delden.
Op de zerken staan namen als Groenheim, De Leeuw, Menco. Alleen al van de kleine Joodse gemeenschap in Delden werden 17 leden vermoord in Vught, Sobibor, Mauthausen en Auschwitz. Ondanks de last van het verleden is de begraafplaats een plek van schoonheid.
Het laatste graf dateert uit 1992. Het is van Lex Groenheim zelf, die als een van de weinigen uit zijn familie de oorlog overleefde. Samen met zijn broer Benny zette hij de slagerij van zijn vader Mozes voort. De namen van de twee broers staan op de twee pijlers naast het hek.
'Witte wieven'; de naam voor vrouwspersonen zoals die al eeuwenlang in sagen en legenden voorkomen. Soms goedaardig, vaker kwaadaardig. Als engelen des doods die baby's omwisselen of vrouwen ontvoeren. In Twente hebben we onze mistflarden naar hen vernoemd.
Misschien ligt de oorsprong van de verhalen in de prehistorie. Met het ontbreken van een christelijke God of verklarende wetenschap zocht men steun bij het bovennatuurlijke. Moerasoffers moesten zorgen voor een goede oogst of gezondheid. Zag men in de mistflarden boven het water toen ook al geesten?
In Duitse taalgebieden ligt de nadruk juist op de wijsheid en voorspellende gaven van de witte wieven, ook wel Volva of zieners genoemd. En in Twentse sagen verschijnen de wieven als witte feeën op de natte heide en moerasgronden. Wat denk jij: hou je het bij mistflarden of vind je wijsheid?
Heide, met name de natte, vormt een belangrijke natuurwaarde op landgoed Twickel. Begin 19e eeuw was heide onmisbaar voor landbouwbedrijven. Door grazende schapen kwamen de mineralen uit de heide namelijk als mest terecht in de potstal. Deze stalmest belandde vervolgens via plaggen op de akkers.
De akkers werden dus eigenlijk gevoed via de natte heide. Behoefte aan voedsel leidde in de 19e eeuw tot ontginning van woeste gronden tot landbouwgrond. Alleen natte percelen, zoals deze, werden met rust gelaten. Door ontwatering werden ook natte gebieden droger en veranderden in bos.
Gevolg is dat veel heidegebieden zijn verdwenen of omsloten door bos. Hierdoor worden allerlei plant- en diersoorten geïsoleerd van hun soortgenoten en dat vormt een bedreiging voor hun voortbestaan. Tijd voor ecologische bezinning dus!
Voor het behoud van bedreigde soorten zet Twickel zich in om heidegebieden met elkaar te verbinden. Zo kunnen bijvoorbeeld het gentiaanblauwtje, de bruine vuurvlinder en vetblad weer uitwisselen met populaties op andere terreinen wat hun overlevingskans vergroot.
Kerkepaden zijn eigenlijk oude wandelpaden. Het waren vroeger de kortste verbindingen tussen huis en kerk. Vandaar dat de paden vaak dwars door de velden lopen. De kerk van Beckum torent nu hoog boven het dorp uit. Maar voordat die kerk er stond, gingen de Beckummers te voet naar de kerk in Delden.
Het Kerkveldervoetpad; een wandeling langs de heidevelden van Het Flier, misschien wel een van de mooiste kerkepaden van Twente. Als verbindingsroute naar de kerk wordt het pad niet meer gebruik. Maar nog altijd is het een prachtig weggetje om te bewandelen.
De katholieke Blasiuskerk van Beckum is in de jaren 1936/38 gebouwd. De regie over de bouw destijds was in handen van Pastoor Chrisjaan Osse (1865-1940), een kleurrijke figuur die geen onderscheid maakte in rang en stand en - heel verfrissend - ook niet in religie.
De preken van ’Heeroom’, zoals Osse door de kerkgangers werd genoemd, waren in het Twents en begonnen steevast met de woorden ‘Leu, goat zitten’. Osse's voorbeeld was Franciscus van Assisi; hij leefde sober en had weinig met uiterlijk vertoon.
Osse was voorstander van openbaar onderwijs voor alle gezindten, wat in het katholieke Beckum niet overal goed viel. En op het bord in de pastorietuin stond: 'Te koop appels en peren, ook voor gereformeerden'. De straat tegenover de kerk is vernoemd naar de legendarische en kleurrijke pastoor.
We naderen hier het einde van landgoed Twickel waar we de dag afsluiten bij een bijzondere boom. We zijn even terug in de tijd van de stoommachines. De Franse legers van Napoleon trekken Nederland in om ons 'te verlossen' van onder andere Engelse plunderaars.
Het verhaal gaat dat het leger van Napoleon hier kort na 1800 uitrustte. Napoleon zelf bond zijn paard aan de beuk en viel tegen de boom aan in slaap. De ruim 200 jaar oude beuken langs het zandpad worden daarom ook wel de 'Napoleonbeuken' genoemd.
Overigens zie je links ook het Kemerinksven. Nu een vredig landschap maar in 1591 een slagveld waar het leger van prins Maurits dit keer de Spaanse vijand in een hinderlaag lokt. 160 Spaanse soldaten vluchtten het ven in en vinden daar de dood. Zoveel doden, wat zou dat doen met een landschap?
Route gemaakt door Stichting Twickel & Landschap Overijssel
Maak Overijssel groener en gezonder. Al vanaf €7,50 bescherm jij één vierkante meter natuur.
Help mee!