Terwijl de overwinteraars van de kleurrijke vlinders al lang een beschutte plek hebben gevonden om de koudste maanden van het jaar in door te brengen, zijn er ook vlinders die juist na de eerste nachtvorst tevoorschijn komen. De kleine wintervlinder bijvoorbeeld, een opmerkelijk insect met een belangrijke rol binnen het ecosysteem.
Slechts één doel
Dit grijsbruine vlindertje is vanaf de late herfst tot ver in december actief als imago (volwassen vlinder). In zijn korte leven als volwassen vlinder, dat hooguit 7 tot 10 dagen duurt, heeft hij maar één doel: zorgen voor nageslacht. Het hele vlinderlijfje is daarop geëvolueerd: om geen energie te verspillen heeft de vlinder geen mond en het vrouwtje heeft zelfs geen vleugels meer. Het enige wat nog rest zijn twee stompjes op haar rug. Doordat zij niet kan vliegen, komt ze meestal ook niet verder dan de boom waarnaast ze ontpopt. Hoewel de zomereik favoriet is, kun je haar op allerlei loof- en fruitbomen naar boven zien kruipen.
Voortplanting
De mannetjes ontpoppen een paar dagen eerder en komen af op de feromonen die een vrouwtje afscheidt. Na de paring klimt de vleugelloze vlinder nog hoger de boom in, waar ze haar eitjes op de knoppen van de boom afzet en binnen korte tijd zal sterven. De mannetjes hebben meer geluk, die leven nog een paar dagen en proberen met zoveel mogelijk vrouwtjes te paren.




Voedzaam hapje
De kleine rupsjes van de wintervlinder dienen als voedsel voor insecten, waaronder de kleine poppenrover, maar vooral mezen en de bonte vliegenvanger hebben de rupsen hard nodig om hun jongen mee groot te brengen. Daarnaast zijn de rupsen een bron van voedsel voor de steenuil, een uilensoort die ook volop in Overijssel broedt. Onderzoek van Vogelbescherming Nederland tijdens één week in de broedperiode wijst uit dat maar liefst 70 procent van het aantal prooien dat naar het steenuilennest werd teruggebracht, rups was overwegend die van de kleine wintervlinder.
Aan een zijden draadje
De kleine, groene rupsjes die wel ongeschonden het voorjaar doorkomen, laten zich in juni aan een zelfgesponnen zijden draadje vanuit de boom naar beneden zakken. Daar, aan de voet van de boom, spinnen ze een cocon, wachten op het najaar en komen na de eerste nachtvorst tevoorschijn als een nieuwe generatie kleine wintervlinders.

In het ons wintermagazine 'Natuurlijk Overijssel' van december 2022 verscheen er een uitgebreid artikel over deze soort.