Een afwisselende wandeling op landgoed De Horte in Dalfsen, thuisbasis van Landschap Overijssel. Verrassende doorkijkjes, strakke lanen en kronkelende paden.
Startpunt: Parkeerplaats Landgoed De Horte, Poppenallee 39, Dalfsen GPS: 52.4957, 6.20149
De paden kunnen na hevige regenval modderig zijn.
Landgoed de Horte is een eeuwenoud landgoed. Inmiddels is een deel van de bomen aan het einde van zijn levensduur. Begin 2023 hebben we daarom flink onderhoud gepleegd op de Horte. Oude en zieke bomen zijn verwijderd. En natuurlijk hebben we jonge bomen aangeplant om de oude te vervangen.
Ook het lanen- en padenstelsel op de Horte was toe aan onderhoud. Aan de hand van het originele parkontwerp, hebben we verschillende wandelpaden teruggebracht. Zo houden we de historische contouren van het landgoed in tact.
Eind 2011 is het Oeverbankje geplaatst, een kunstwerk van Petra Hekkenberg. De oeverbank is het eindproject van haar studie aan de Design Academy Eindhoven.
De waterkant is een geliefde plek om even halt te houden. Zodra we een bruggetje oversteken staan de meeste mensen even stil om in het water te kijken. De meeste bankjes staan echter op plekken waar je niet echt in het water kan kijken. Daarom heeft Petra Hekkenberg het oeverbankje ontworpen.
Het bankje is een kunstwerk, maar dat neemt niet weg dat je er op mag zitten en lekker je benen laten bungelen boven het water. Maar let op: Doe voorzichtig en houd je kinderen goed in de gaten.
Huis De Horte werd al in 1391 genoemd, het was toen nog een boerderij. De kern van het huidige huis dateert van ongeveer 1760. Na de verkoop in 1828 aan baron van Fridagh heeft deze het pand verbouwd tot een landhuis in neoclassicistische stijl.
In latere jaren werd het pand nog uitgebreid met een serre en een dienstvleugel. In dit landhuis bevindt zich sinds 1970 het hoofdkantoor van Landschap Overijssel.
Ben je hier in de herfst? Raap gerust een appel van de grond. Hier in de boomgaard staan allerlei oude appel- en perenrassen; rood sterappeltje, grote notarisappel, juttepeer en geurige gele kweeper. Ben je hier in de zomer? Pluk een framboos of besje en laat wat over voor de mensen die na je komen
In de tuin vind je ook wilgen waarvan je de takken kunt gebruiken als binddraad. De leiperen langs het pad vanaf het bruggetje zijn met deze wilgentakjes aangebonden. Van de hazelaars in de tuin gebruiken we de noten. Ook de stokken ervan zijn nuttig, bijvoorbeeld om bonen tegenaan te laten groeien.
Bij Landschap Overijssel kun je regelmatig cursussen volgen over hoogstamfruit, de aanplant en de snoei. Daarnaast is er een leuke en informatieve kennisbank met filmpjes beschikbaar.
Cursus hoogstamfruit? Filmpje?Vanuit het huis loopt een bescheiden zichtas richting Poppenallee. Zo'n centrale as is kenmerkend voor de 'formele' Franse tuinstijl die een groot deel van de 17e-18e eeuw in de mode was. Heel consequent is deze stijl niet doorgevoerd. De tuin is niet symmetrisch en middenin is een speelse vijver.
Rondom de formele tuin zie je de Engelse landschapsstijl; romantische kronkelpaden, waterpartijen, bruggetjes en achter het huis een prieeltje.
In 1978 is een begin gemaakt met de reconstructie van de tuin. Hierbij is uitgegaan van de situatie rond 1900. Fotomateriaal en herinneringen van de vroegere tuinman hebben veel informatie opgeleverd. De vanouds aanwezige fruitrassen en andere plantensoorten zijn teruggebracht.
In de archieven duikt De Horte voor het eerst op in 1391. Toen was het nog een boerderij. De kern van het huidige huis dateert van ongeveer 1760. In de tweede helft van de 19e eeuw kreeg het huis grotendeels de vorm die het nu heeft. Sinds de jaren ‘70 is het de thuisbasis van Landschap Overijssel.
In de hal van de Horte wordt duidelijk wat de vroegere bewoners bezig hield. Boven de deuren zien we geschilderde jachttaferelen en rechts de plek waar destijds de jachtgeweren hingen. De vroegere pronkkamer is nu in gebruik als vergaderruimte met prachtig uitzicht op de achterliggende tuin.
In de keuken proef je de sfeer van vroeger. Een geblokt-betegelde vloer, een bijna antiek fornuis, een prachtige kast voor het servieswerk en een ronde tafel maken de keuken tot een aangename plek om te zijn. Het huis is niet toegankelijk voor publiek.
De composthoop in de tuin van De Horte kun je het best voorzichtig benaderen. Bij mooi weer ligt hier af en toe de zeer schuwe en ongevaarlijke ringslang te zonnen. Bij het geringste geluid verstopt hij zich weer. Ringslangen kunnen meer dan een meter lang worden.
Ringslangen leggen hun eieren in broeihopen of composthopen zoals hier. Het rottende tuinafval zorgt ervoor dat de temperatuur in de composthoop precies goed is voor de jonge slangetjes om uit hun ei te kunnen komen
Ringslangen zijn niet giftig. Ze kunnen goed zwemmen en je ziet ze dan ook regelmatig in het water. Hier vinden ze hun voedsel zoals kikkers en padden. De ring in de naam verwijst naar de gele vlekken net achter de kop. Als de vlekken elkaar raken, vormen ze een ring.
Hij is groot, maar kan nog veel groter worden in zijn land van oorsprong, de USA. Daar worden deze reuzen soms wel 115m! De mammoetboom of sequaoidendron giganteum is een echte pronkboom. Bewoners van landhuizen lieten met de aanplant van dit soort exotische bomen zien dat ze in goede doen waren.
Een sprookjeshuisje aan het einde van de lindelaan, gebouwd in 1905. Het is geen gewoon huis. Vroeger speelden de heren-eigenaren van het landgoed er een potje biljart onder het genot van een drankje. Later kreeg het huis een woonbestemming. Inmiddels is het in gebruik als Bed en Breakfast.
Elk jaar en ook elk jaargetijde ziet deze kruiden- en faunarijke akker er anders uit. Landschap Overijssel wil hier typische (on)kruiden als korenbloem en kamillesoorten een kans geven. Verder vind je er slofhak en kleine leeuwenklauw, planten met prachtige namen die hier echt thuis horen.
Het lijkt een grote molshoop, maar dat is het niet. Deze bult is een kogelvanger. Als je achter je kijkt, zie je een lange rechte laan. Hier oefenden de heren vroeger hun schietkunsten. Ze stonden aan het einde van de laan en schoten (voor ieders veiligheid) op de bult.
Ook stelden de jagers hier hun jachtgeweren af om bij de echte jacht zoveel mogelijk raak te schieten. In de bult zit een houten wand. De boswachter deed jaren terug een onderzoek naar de bult. Hij vond er platgeslagen kogels en zo kwamen we tot de ontdekking dat dit is schietbaan was.
Vanaf dit punt heb je prachtig uitzicht over de weiden aan beide zijden van de Emmertochtsloot. Regelmatig vind je hier groepjes grazende reeën. Vaak doen ze dat bij de bosrand, zodat ze bij naderend onheil snel het bos in kunnen vluchten.
De Emmertochtsloot slingert over landgoed De Horte. Hier stroomde ooit (een zijtak van) de Vecht. Waar precies, weten we niet. De loop van de huidige Emmertochtsloot is met behulp van historische gegevens vastgesteld en uitgegraven.
De Emmertochtsloot is onderdeel van het Integraal Waterproject Dalfsen. Dienst Landelijk Gebied, waterleidingbedrijf Vitens, het waterschap Groot Salland en Landschap Overijssel werken hierin nauw samen, onder andere om de verdroging van de agrarische gronden tegen te gaan.
Vroeger was dit een nat gebied. Toen de gronden geschikt werden gemaakt voor landbouw, trad verdroging op waardoor veel planten- en diersoorten verdwenen. Wij herstellen het landschap. De met mest verrijkte bovenlaag van de grond is op veel plekken afgegraven zodat oude cultuurgrond weer bovenkomt.
Inmiddels zien we verschillende bijzondere plantensoorten terugkomen, zoals Duits viltkruid, waterpostelein en echte koekoeksbloem. Door de oevers van de sloot schuin af te graven, krijgen plant- en diersoorten die niet op steile oevers gedijen nieuwe kansen.
Als je boven je gemiauw hoort is het waarschijnlijk een buizerd die boven de weiden cirkelt. Door gebruik te maken van de thermiek (warme opstijgende lucht) kan hij zo eindeloos blijven zweven. De buizerd broedt hier op De Horte in de bomen bij de bosrand.
Een veelgehoorde kreet: dood hout leeft. En dat klopt. Allerlei schimmels en insecten vinden hun voedsel in de dode boom. Op de insecten komen weer allerlei andere dieren af. Onder of in het dode hout vinden heel veel dieren bescherming. Kijk maar eens onder een dode tak die op de grond ligt.
De laatste jaren laten we meer dood hout in het bos liggen. Ook staand dood hout proberen we in het bos te laten. Bomen die over de paden liggen of bomen die een gevaar voor de mensen in het bos vormen leggen we aan de kant of kappen we.
Op de open gevallen plekken kunnen weer nieuwe bomen ontkiemen. We streven ernaar de inheemse (de bomen die er van oorsprong thuis horen) zoveel mogelijk kans te geven omdat blijkt dat heel veel diersoorten juist profiteren van inheemse bomen.
Dit beheer is succesvol. We zien bijvoorbeeld een toename van het aantal spechten, meestal grote bonte spechten. We horen ook vaak het gelach van de groene specht. Maar ook de zeldzame middelste bonte specht treffen we regelmatig op de Horte.
Deze plek die nu een vredige, groene aanblik biedt, was tijdens de laatste maanden van de tweede wereldoorlog een plek van oorlogshandelingen. Hier bevond zich namelijk een raketlanceerbasis.
In januari 1945 werd namelijk de SS-Werfer-Abteilung 500 verplaatst naar landgoed de Mataram. Vanaf dat moment werden onder andere vanaf deze plek V2-raketten afgevuurd richting van Antwerpen. De raketten arriveerden per trein in Ommen en werden in Vilsteren van lading voorzien.
Buurlandgoed van De Horte is De Mataram. De naam verwijst naar het koloniale Indische verleden van de vroegere bewoner van het landgoed. Deze bewoner was overigens ook de eigenaar van De Horte dat toen Djokjakarta heette. Deze laatste naam was echter geen blijvertje.
Op deze plek heeft vroeger het huis De Mataram gestaan. De brug en de gracht liggen er nog, maar het oude huis is in 1901 afgebroken nadat het torentje was ingestort. Iets verderop is een nieuw huis gebouwd.
Rechts zie je een oud eikenhakhoutbos. Vanaf de late middeleeuwen was eikenhakhout meestal gemeenschappelijk eigendom. Omwonenden gebruikten het voor allerlei doelen, van brandhout tot leerlooien.
In de 19e eeuw was eikenhakhout zo geliefd dat men percelen met eiken beplantte om er hakhout te telen. Het eikenhakhoutbos leverde rijshout voor bakkers, rookhout voor de palingrokerij en brandhout voor de grote steden in het westen.
Hakhout leverde ook 'eek', de schors van de eik. Eek was waardevol omdat het looizuur bevat waarmee dierenhuiden tot leer konden worden gelooid. Eeuwenlang was het eikenhakhout daardoor in trek bij 'eekschillers'.
De eekschillers, die vaak uit Gelderland afkomstig waren en daarom 'Geldersen' werden genoemd, trokken naar de eikenhakhoutgebieden en oogstten de eikenstammetjes. Die werden op maat gehouwen en van de bast ontdaan.
De schors werd in molens vermalen tot 'run', een natuurlijke looistof die door de leerlooiers in de omgeving en onder meer in Noord-Brabant werd gebruikt. Door de toepassing van chemische stoffen werd de run overbodig en verdween de eekschillerij.
Onder de drukke Poppenallee door loopt een dassentunnel. Niet voor niets, want in deze streken komt het grootste roofdier van Nederland veel voor. Toch kom je hem niet vaak tegen, omdat het dier pas tegen de avond uit zijn burcht komt.
De das is een alleseter. Hij lust fruit, insecten, maar ook kleine zoogdieren. Om zijn kostje bij elkaar te scharrelen, gaat de das vaak vele kilometers op stap. De drukke Poppenallee is daarbij een echte hindernis.
De das maakt gebruik van de houtsingels die om de weilanden liggen. Zo kan hij ongezien - verscholen in de bosjes - zijn weg naar voedsel vinden. De gevarieerde omgeving van De Horte, een landgoed met boerenland en bos, vormt een prima leefomgeving!
Wil je graag een keer een das in het wild zien? Bij Landschap Overijssel kun je van mei tot en met augustus dassen kijken vanuit de geur- en geluidsdichte dasmobiel.
Dassen kijkenHier zie je een perceel eikenhakhout. Elke boomsoort heeft zijn eigen oogstcyclus. Voor een eik is dat om de 15 jaar. Het hout dat men hier oogstte, werd voor verschillende doelen gebruikt. Het diende als brandhout, werd gebruikt in ovens en er werden bezems van gemaakt.
Eikenhout werd vooral aangeplant voor de leerlooierij. Eekschillen is het verwijderen van de schors van de eik. Dit gebeurde in het voorjaar, als de sapstroom van de wortels naar de takken op gang komt.
De 'losgeklopte' eikenschors werd gebruikt voor het looien van leer. Naar schatting is zo’n 70% van de eikenbossen in Overijssel met dit doel aangeplant.
Greppels afgewisseld met hogere stroken grond met daarop bomen. Een bijzonder gezicht als je er langs loopt. Het is een typisch rabattenbos. De grond uit de greppels werd gebruikt om het rabat mee op te hogen.
Met het rabattenbos probeerde de mens droge stroken te verkrijgen waarop dan de bomen, vaak naaldbomen, eiken of populieren voor de houtproductie, geplant werden. De greppels zorgen voor de ontwatering.
Hier zijn in de oude vochtige hooilanden om de paar meter greppels gegraven. De grond uit de greppels werd op wallen gegooid, waar men eikenboompjes plantte. Dit werd gedaan omdat het eikenhakhout meer opbracht dan het hooien van de vochtige hooilanden.
Je bent hier te gast op een route van Landschap Overijssel. Wij beschermen, beheren en ontwikkelen de natuur en het streekeigen landschap met kwaliteit voor mens, plant en dier zodat het er goed leven is.
Zo zetten wij ons o.a. in voor het behoud en herstel van landschapselementen, zoals hakhoutbos en houtwallen, die niet alleen cultuurhistorisch interessant zijn, maar vooral ook ecologische waarde hebben. Onmisbaar voor verschillende dier- en insectensoorten.
Help mee bij de bescherming en ontwikkeling van het landschap in Overijssel en het onderhoud van wandel- en fietsroutes, zodat je kunt blijven genieten van dit mooie, afwisselende landschap!
Doneer of wordt donateurRoute gemaakt door Landschap Overijssel.
Maak Overijssel groener en gezonder. Al vanaf €7,50 bescherm jij één vierkante meter natuur.
Help mee!