We beseffen vaak niet dat net over de drempel van onze voordeur veel waardevolle stukjes natuur voorkomen. Gratis en voor niets mogen we genieten van alles wat daar groeit en bloeit. Soms vinden we daar nog sporen van het land zoals het was vóór de wijk werd gebouwd. Zo ook in Park Stokhorst .
Start vanaf de parkeerplaats aan de Magnoliastraat bij wijkboerderij 't Volbert. Stadsbus lijn 6 heeft een halte ter hoogte van de parkeerplaats.
Goed toegankelijk en grotendeels verhard.
Tegenwoordig is de Boerderij 't Volbert eigendom van alle huiseigenaren in de wijk Stokhorst. Beschikbaar voor tal van activiteiten. Loop in de richting van de hoogbouw "Bougainville" en ga daar rechts schuin omhoog en dan de hoek om.
Loop langs Bougainville en sla linksaf. In 2012 is dit gebied nog gekozen tot lelijkste plek van Nederland. Nu (2020) eindelijk verfraaid en herbouwd. Steek aan het eind van het winkelgebied de Brakerhorst over. Ga in de Pijlhuishorst schuin links.
Loop langs de winkels, steek de Brakerhorst over bij de bushalte. U komt in de Pijlhuishorst. Loop schuin naar links. Voorbij het cirkelvormige plaveisel begint een eikenlaan. Volg deze.
De meeste eiken hier zijn zo'n 140 jaar oud. De wijk Stokhorst is rijk aan dit type lanen. Ze werden na de ontginning van het gebied (vanaf de oprichting van de Heide Maatschappij, rond 1880), voor de in deze buurt wonende fabrikanten en herenboeren ingeplant (Van Heek, Ter Kuile, Spiele, enz.).
U bevindt zich overigens in de niet meer met naam aangegeven Zonnebloemweg, waar vóór de bouw van dit wijkgedeelte enkele boerderijtjes stonden. De boeren aan deze zijde van de Floraparkstraat (toen Kotkampweg) waren over het algemeen pachters van de Erve Spiele.
Aan de overzijde van de Floraparkstraat (die u bij het houten hek bereikt, maar niet oversteekt) overkapt een groen dak van enkele eeuwenoude eiken de weg waarlangs ook wat oude boerderijen stonden. Ga linksaf. Kort daarna oversteken een voetpad in.
Loop bij huis nr. 14 even naar het hek en neem een kijkje. Kijk hoe weelderig begroeid de omgeving van het kleigat/ de vijver is. Er groeit behalve braam en brandnetel ook gevlekte gele dovenetel, groot hoefblad (in het hele vroege voorjaar) en kleefkruid.
In de achtertuin links staat een ginkgo biloba, een Japanse notenboom. De boom wordt gezien als levend fossiel, omdat deze boom 150 miljoen jaar geleden ook al voorkwam. Hij wordt vanwege de vorm van het blad ook "eendenpootboom" genoemd. Hij wordt vaak aangeplant bij tempels.
Keerom en sla vervolgens linksaf en loop door tot nr.21.
Het rijtje huizen waar u voor staat, Elsmaathorst 20 t/m 26, is ontworpen door de Enschedese architect Nico Zantinge, die veel heeft gebouwd in Enschede, en vooral ook in de wijk Stokhorst. Deze huizen zijn heel kenmerkend voor Zantinge: gebouwd van gele bakstenen, rode gebakken dakpannen,
lessenaardak, forse gemetselde schoorstenen, speelse details met ronde vormen, naar de straatkant vrij gesloten, maar naar de tuinkant heel open. Zie ook http://www.architectuurgidsenschede.nl/objects/object00000174/
De vijver heet in de volksmond ’het politiegat’, omdat vroeger de agenten hier wel eens (il)legaal een duik in het zilte (?) nat namen. Ook wordt de naam ‘het haantje’ gebezigd, waarschijnlijk genoemd naar de groenteboer De Haan, die net voorbij het bruggetje een klein huisje had.
De vijver is ontstaan door kleiwinning voor de steenbakkers in de buurt. Vanaf 1651 is er in de buurt klei gewonnen, en in de loop der eeuwen hebben er veel steenfabrieken gestaan in dit gebied. Veel straatnamen herinneren aan dat verleden: Steenweg, Estrikstraat, Ringovenstraat, Tichelweg,
Leemkuilstraat, Leemhof en Schouwinkstraat (genoemd naar Johan Schouwink, die in 1651 als eerste een vergunning kreeg voor het afgraven van klei). De (kei)leemlaag hield en houdt veel water vast, en dat is gunstig voor een uitbundige plantengroei. Eens was hier sprake van een klein natuurreservaat.
De toenmalige leden van de Natuur Historische Museum Vereniging mochten hier van de Gemeente Enschede vrij onderzoek doen, mits zij het Gemeentebestuur eens per jaar symbolisch een tuiltje bloemen, geplukt in dit gebied, kwamen aanbieden. Deze vijver is één van de voedingsbronnen voor de Roombeek.
Ga terug naar de Elsmaathorst na een kijkje genomen te hebben bij het kleigat.
Knotwilgen horen bij het Hollandse landschap. Ze staan vooral aan de waterkant. Ze worden elke 3-6 jaar geknot in de winter. Door de snoei ontstaat een verdikking en wordt de stam van de boom niet hoger. Van de gesnoeide takken, wilgentenen, werden vroeger manden en schuttingen gevlochten.
Men noemde de takken "geriefhout". Als de boom niet meer geknot wordt, worden de takken te zwaar, de boom splijt en gaat dood. Het blad geeft een goede humus waarin zaden goed kunnen ontkiemen. De bast van de wilg bevat salicine, een koortswerende stof, die al 2000 jaar geleden bekend was.
Volg het wandelpad. De loop van het beekje, dat u af en toe wel en niet ziet aan uw linkerhand, is parallel aan het wandelpad. Aan uw rechterhand is een speelveld. Blijf de beek volgen.
Dit beekje links is ook op te vatten als de bovenloop van de Roombeek. Vroeger was dit gebied een maat, of made. Het was laag gelegen, vochtige grond, die alleen geschikt was voor hooiland. (Het woord maat komt veel voor in Twente in veldnamen en eigennamen, en is verwant met het Engelse meadow.)
We zien hier ook de els groeien, een boom die houdt van vochtige grond. De naam Elsmaathorst wordt opeens heel begrijpelijk.
Tegenover dit bord, links van het pad dus, is een bloemenlint ingezaaid. In de winter is het een saaie boel, maar als je hier in juli langskomt is het een lust voor het oog. Kun je de planten op het bord herkennen in het bloemenlint?
U steekt opnieuw de Winkelshorst over en blijft het voetpad en de beek volgen. Tussen wat huizen door kruist u een straat, de Groenlandhorst.
Rechts zult u een boerderij ontdekken. Deze bekijken we straks aan de voorkant. Hier ligt, aan de linkerkant, bij het vijvertje, een bouwwerkje, dat mogelijk een restant is van een landweer. Deze verdedigingswallen werden vanaf 1300 gebruikt ter bescherming van have en goed.
Bij de vijver; even het voetpad rechts in en aan het eind daarvan naar rechts kijken.... Deze boerderij is het vroegere Erve Kotkamp (denk aan: Kotkampweg!). In 1980 is de boerderij van de oorspronkelijke plaats, onder de kolossale eiken waar u zich nu bevindt, 30 meter verderop weer "neergezet".
Teruglopen naar de vijver en vervolgens rechtsaf het pad langs de Noord Esmarkerrondweg nemen. Bij de oversteekplaats (geen zebra) naar de overkant gaan. Het begroeide pad volgen tot aan de brievenbus links. U gaat hier linksaf de Vaarwerkhorst in.
Wandelt u deze horst af tot de T-splitsing. U moet rechts aanhouden om het bord "doodlopende weg" te zien. Daar gaat u linksaf de Backenhagenlaan in. Nu langs het roodwitte paaltje rechtuit.
Let u op de mooie berken bij The Fifty Birches. Berken zijn zeer winterhard. Er wordt soms sap uit de bast afgetapt. Het sap is populair als geneesmiddel voor vele kwalen. Bijvoorbeeld: berkenhaarwater (effect onbewezen).
rechtsaf
Dit huis is een ontwerp van de beroemde architect en meubelontwerper Gerrit Rietveld. Het is gebouwd in 1961/1962 in opdracht van de toenmalige directeur van de AKI, de heer J.D.J. Pronk. Dit is het enige Rietveld-huis in Enschede, maar niet het enige bouwwerk van Gerrit Rietveld.
Het carillon op de campus van de UT is ook van zijn hand. Zie ook http://www.architectuurgidsenschede.nl/objects/dir_00005/
Ga een klein stukje terug en sla rechtsaf het Stokhorstpad in.
Het tweede huis links (Singravenlaan 10), woonhuis Granaada, is ontworpen door Herman Haan, die ook veel studentenwoningen op de campus van de Universiteit Twente heeft ontworpen, in samenwerking met Jan Rietveld, zoon van Gerrit. Zie http://www.architectuurgidsenschede.nl/objects/object00000281/
Steek de Singravenlaan over, dus volg het Stokhorstpad. Aan het einde van het pad linksaf de Stokhorstlaan in.
U gaat rechtsaf de (voor auto’s doodlopende) Driehoeksweg in.
Rechts kijkt u uit op de Kleine Linder es. Het hoogste punt daarvan ligt op circa 60 meter boven NAP. Ter vergelijking: het Enschedese NS-station ligt op circa 40 meter en de UT op 28 meter. De Stokhorstlaan voert, richting Oldenzaalsestraat gaand, langs het oorspronkelijke landgoed Stokhorst.
Een es is een hoger gelegen stuk zandgrond dat eeuwenlang bemest is met heideplaggen die in de potstal hadden gelegen. Deze vorm van bemesting vond plaats vanaf de Middeleeuwen tot ong. 1850 (kunstmest!). De es werd zo per jaar 1 millimeter hoger. Dus 1 meter in 1000 jaar!
Tegenover huisnummer 32 rechtsaf (door de poort) het voetpad in. Vroeger was dit een van de oprijlanen naar landgoed en huize “De Hooge Boekel”. Bernard van Heek had zijn domicilie op het Amelink/Bouwhuis te Lonneker en kon vanaf daar snel het in aanbouw zijnde “De Hooge Boekel” bereiken.(1928)
Langs het pad zien we vanaf het voorjaar een veelheid aan gevlekte dovenetel, brandnetels en vlierstruiken. Van de brandnetels werden eertijds stengelvezels gesponnen en vervolgens geweven tot neteldoek (later vervangen door katoen). Verderop ook het bekende kleefkruid en zevenblad.
Rechts staan een aantal wat “zielige” lijsterbessen, waaromheen een kamperfoelierank zich omhoog slingert. De lijsterbes groeit ook en wordt dikker, waardoor de rank gaat knellen. Zo ontstaat een “goastok” (wandelstok). De hardere soorten hout (eik bijv.) hebben geen last van de insnoerende rank.
Rechts kunt u vanaf half april de salomonszegel ontdekken. De knoestige wortelstok van deze plant krijgt jaarlijks aan de voorkant een nieuw lid toegevoegd, dat in de lengte een opgerichte, bovengrondse stengel voortbrengt.
Op de leden van het voorgaande jaar blijft een litteken over, waaraan stippeltjes aan de vaatbundels herinneren. Dit litteken zou lijken op het zegel van koning Salomon. De Twentenaar gaf de plant een praktischer naam: “Mot (of zeug) met biggen”. De salomonszegel is te zien vanaf half april.
U treft ook bosandoorn en nagelkruid aan. Wortelstokken van de laatste stonden vroeger goed bekend als huismiddel. Ze werden ook toegevoegd aan bier, wijn, gedistilleerd en essence, en gebruikt bij de fabricage van mondwater (odol). In de wortel zit o.a. een etherische olie, die bij het drogen van
de wortel vrijkomt. Dat heeft de smaak van de geurige kruidnagel. Even voor de bocht naar rechts nog lieve vrouwe bedstro en dalkruid. Alle delen van eerstgenoemde bevatten aromatisch geurende cumarine, dat bij gedroogde planten vrijkomt. Het werd als huismiddel gebruikt tegen o.a. geelzucht.
U komt weer bij de Stokhorstlaan en steekt deze over. Loop de laan af en u komt bij de Kleine Linderesweg. Ga hier rechtsaf.
Rechts zullen u de verhogingen in het bos opvallen. In het moerassige gebied zijn bomen geplant, die eigenlijk niet zo goed tegen een hoge waterstand kunnen. Daarom werden rabatten aangelegd, langwerpige ophogingen, afgewisseld met diepe greppels voor het water.
Waar rechts de bebouwing begint (waar door de bomen een Zantinge-huis te zien is met oranje vierkantjes met ronde uitsparing) was vroeger links een gezamenlijke bleek(weide). De vroegere bewoners van deze boerderij werden eenvoudig aangeduid met “de Bleekens”.
Na het bosperceel volgt links tegenover de Vaarwerkhorst een houtwal. De wallen deden vroeger dienst als eigendomsbegrenzing. Door allerlei stekelachtige begroeiingen hielden ze ook de beesten buiten bepaalde grondstukken (of juist er binnen).
Prikkeldraad kwam pas na de eerste wereldoorlog goed in de handel. De boer haalde ook zijn geriefhout van de wallen, hout voor allerlei werktuigen. Zelfs de doornachtige als sleedoorn, frambozen en bramen werden voor diverse doeleinden gebruikt.
De takkenbossen (boeske) werden gebruikt om er de ovenvuren mee te stoken. Eiken liet men veelal staan en werden na verloop van tijd de zogenaamde “overstaanders”. Dan waren zij groot en omvangrijk genoeg om het gebint voor de bouw van schuur (schop) en boerderij te leveren.
Na de tweede wereldoorlog hadden wij rond Enschede zo’n 500 (!) strekkende kilometer van zulke wallen. Nu probeert men alsnog “aan elkaar breiend” de helft van dit aantal kilometers weer te bereiken om ingeslopen versnippering van planten- en dierenwereld tegen te gaan en eventueel te herstellen.
U steekt de Noord Esmarkerrondweg over en gaat linksaf langs de Noord Esmarkerrondweg, stukje fietspad, dan iets naar rechts het voetpad parallel aan het fietspad. Vóór de afslag Hoge Boekelerweg buigt dit pad naar rechts. Blijf het pad volgen.
Waar een klein paadje naar rechts is, bevindt zich een groep oude eiken. Op http://www.twentsetaalbank.nl/docs/Inschrien1972.1.pdf lezen we “Tot voor kort lag aan de Hogeboekelerweg te Enschede het Erve Spiele, te midden van hoog opgaand eikenhout. In een van de eiken zit een uilenkast. In gebruik??
Ook dit erf heeft plaats moeten maken voor de steeds sneller om zich heen grijpende stadsuitbreidingen.” Dit is dat eikenhout en hier bevond zich Erve Spiele, genoemd aan het begin van de wandeling.
Rechtdoor gaand komt u aan het begin (of eind) van de kastanjelaan, die de oprijlaan van Erve Spiele vormde. Helaas werd een deel van de paardenkastanjes in 2019 geveld. Ze hadden last van de kastanjebloedingsziekte. Ze werden vervangen door zomerlindes. En kijk eens hoe groot die nu al weer zijn!
Volg deze kastanjelaan. Na de poort van Erve Spiele steekt u de Brakerhorst over, en u bent weer op de parkeerplaats bij ’t Volbert.
Beschreven in 1990 door F.Blaauwbroek, in 2006 door M.Vlierhaar en L.van Run en in 2019 door L.Schans en N.van Diepen. Bewerkt door L.Vrijheid, 2020
Maak Overijssel groener en gezonder. Al vanaf €7,50 bescherm jij één vierkante meter natuur.
Help mee!