Een rijke variatie aan planten en dieren in de natuur en hun onderlinge relaties; dat is goed voor een grote biodiversiteit. Dat is belangrijk voor mens en natuur. Tijdens de 'Biodiversitour' kom je hier veel over te weten. En je gaat met tips naar huis hoe je zelf biodiversiteit kan vergroten!
De natuurrijke tuinen van de Ulebelt liggen aan de Maatmansweg 3 te Deventer. Het terrein van de Ulebelt is te bereiken met buslijn 1 vanuit station Deventer (bushalte David Wijnveldtweg, 2 min lopen) of 12 minuten lopen vanaf station Colmschate. Voor navigatie is het handig om Duikerstraat 15 aan te houden, direct na dit huis ligt links het parkeerterrein. Ulebelt ligt aan het fietsknooppuntennetwerk Salland tussen knooppunten SA18 en SA85. De route start midden op het erf van de Ulebelt.
De app geeft een signaal en tekst bij punten met informatie. In een vrij ruime cirkel van 10-20 meter vind je die punten. Ze staan ook op het kaartje.
Startpunt van de route biodiversiteit. Volg het pad, dat achter het gebouw om loopt, tegen de klok in. Volg de wegwijsbordjes, herkenbaar aan onderstaand plaatje. De app geeft geregeld toelichting op interessante punten. Je kan ze ook zelf aanklikken via het kaartje.
Let op, de signalen van de app zijn niet altijd even nauwkeurig. Het gaat ten slotte om communicatie met satellieten ver weg, dan zijn een tiental meters in een tuin soms lastig te onderscheiden. Veel plezier onderweg!
Welkom bij de Biodiversitour! Volg het pad, dat achter het gebouw om loopt, herkenbaar aan dit plaatje. Let op, signalen van de app zijn niet altijd even nauwkeurig. Vanwege communicatie met satellieten ver weg zijn een tiental meters in een tuin soms lastig te onderscheiden. Veel plezier onderweg!
Klimplanten, zoals deze fraaie blauwe regen, vormen al gauw een mooie groene schutting. Bovendien zijn de bloemen erg in trek bij bijen en andere insecten. Klimplanten met bessen zijn lekker voor vogels. Klimplanten bieden bovendien ruimte om te schuilen aan vogels en vlinders.
Klimmers hebben maar weinig oppervlakte nodig om te groeien. Ze voegen wel meteen veel geur en kleur toe aan je tuin.
Variatie is erg belangrijk voor grotere biodiversiteit. Met verschillende soorten bomen, struiken en klimmers creëer je diversiteit in vocht, licht, schaduw, hoogte en voedsel in je tuin. Maak een plek voor bladafval en compost. Zo zullen ook veel verschillende bewoners in de tuin komen.
Ook met een kleine waterpartij breng je al variatie in je tuin. Dat kan een ingegraven bak zijn, of een kleine vijver of laaggelegen, vochtige delen in je tuin. En water biedt leven! Je zal al snel insecten, libellen en wie weet ook kikkers zien. En soms komt er misschien een eend aanwaaien.
Meer dan 40% van de bosdieren is afhankelijk van dood hout. Zowel staand als liggend dood hout vormt een voedselbron voor veel soorten. Het is dan ook goed voor het behoud van biodiversiteit, om dood hout zoveel mogelijk te laten liggen. Creëer hoekjes in je tuin waar dat ook kan.
Bijvoorbeeld met een takkenril. Snoeiafval is een prima basis voor een natuurlijke afscheiding: verwerk dit in een takkenril. Dat is meteen een schuilplaats voor insecten en muizen, kikkers, egels. Het snoeiafval zal langzaam verteren, maar elk jaar kan er vers snoeiafval bovenop.
Wormen, duizendpoten en pissenbedden verwerken groente- en tuinafval tot compost. Zo zijn ze belangrijke opruimers in de tuin. Met een composthoop achter in je tuin geef je ze de ruimte. Regenwormen brengen bovendien weer lucht in de bodem. Hun uitwerpselen zijn rijk voedsel voor de bodem.
Pissebedden en andere kriebelbeestjes vind je ook onder boomschors, blad en in vochtige hoekjes. Ze voelen zich thuis in de composthoop. Die kan je ook zelf maken van een bak van 1x1x1 meter, bijv met afvalhout. De bak vul je met groente- en fruitafval. In een 2e bak kan compost rustig composteren.
Tegen deze composthoop groeit veel klimop. Klimop is een dankbare plant in de biodiverse tuin. Een klimopmuur is een heerlijke verstopplek voor vogels. Hagen met klimop (of bv clematis) zijn prima te gebruiken als groene schutting. Zo vormen ze meteen een prima nestelplek en schuilplek voor vogels.
De egel is een belangrijke slakkenbestrijder in je tuin! Daarnaast eet een egel veel insecten. De egel is een nachtdier en een bedreigde diersoort. Met name auto's en robotmaaiers zijn zijn vijanden, er zijn geen natuurlijke vijanden. Egels zijn echte gewoontedieren: ze lopen veelal de zelfde route.
Met kleine aanpassingen kun je je tuin egelvriendelijker te maken. Bv met een gat in je schutting of een egelburcht. Op internet vind je ook bouwtekeningen voor een nestkast voor egels. Met een flinke bladerhoop maak je ze ook al blij. Links van het pad vind je een voorbeeld een egelburcht, sssttt!
In deze vlindertuin staan nectarplanten: veel dagvlinders halen hier nectar uit als voedsel. De rupsen eten van de waardplanten, zoals brandnetel en sleedoorn. Een goede vlindertuin bloeit in verschillende seizoenen en biedt nectar van de lente tot de herfst. Ook goed voor bijen en andere insecten.
De Nederlandse dagvlindersoorten de kleine vos, het landkaartje en de atalanta kunnen niet leven zonder de brandnetel. Het zijn de rupsen die van deze plant eten. Zij lusten buiten brandnetel helemaal niets anders.
Ook de dagvlinders dagpauwoog en gehakkelde aurelia zitten graag op de brandnetel als waardplant. Wil je ook graag zo'n brandnetel als kroeg en als kraamkamer voor vlinders? Laat enkele brandnetels laten staan op een plekje. Geen zin in zo'n woekeraar? Dan zet je hem in een pot, dat gaat ook prima.
Wil je meer vlinders in eigen tuin? De Vlinderstichting heeft een top 10 van vlinderplanten samengesteld (in volgorde van bloeitijd): winterheide; sneeuwbal /Viburnum; judaspenning; lavendel; vlinderstruik; ijzerhard; koninginnenkruid; hemelsleutel; herfstaster en klimop.
Top10 van vlinderplanten:Welke van deze vlinders heb je al gezien vandaag?
Vlinders houden van zon: zorg er dus voor dat de nectarplanten in de zon staan. Laat de bloemen als het mogelijk is een beetje over de rand hangen. Deze bloemen zullen door vlinders sneller gevonden worden; verbena (laagblijvend), tandzaad, struikveronica, dwergvlinderstruik en lavendel
Met een groot insectenhotel als deze biedt je een B&B voor bijen. Nestgelegenheid in het hotel, voedsel in directe omgeving. Naast het insectenhotel zijn minstens zo belangrijk: (lemig) zand voor grondbijtjes, water en bloemen voor nectar. Een hotel in een woestijn is immers niet aantrekkelijk.
Als eerste voorjaarsvoedsel zijn wilgen en voorjaarsbloeiers als boerenkrokus en wilde hyacint van belang. Lindebomen zijn ook fijn vanwege de nectar. Zorg wel altijd voor biologisch plantgoed en bollen.
Een insectenhotel is prima zelf te maken. Op internet vind je veel voorbeelden, van groot tot klein.
Onkruid betekent in feite planten die uit zichzelf ergens zijn gaan groeien. Planten 'kiezen' zelf voor plek waar omstandigheden ideaal zijn. Soms is het de moeite waard om daarin mee te gaan, als je geschikte planten voor je eigen tuin zoekt. Veel bloeiend onkruid trekt ook veel insecten.
In deze heemtuin van de Ulebelt is een veld met akkeronkruiden ingezaaid: soorten die vanouds langs akkers groeiden. In de zomermaanden is het hier één zoemend en bloeiend feest. Kijk ook eens naar de oude landbouwgewassen die hier groeien!
Vogels hebben een belangrijke rol in de natuur. Bovendien zijn het gezellige gasten in je tuin. Voor vogels zijn een aantal zaken belangrijk: de 4v's. Zorg voor voedsel, veiligheid, voortplanting en variatie. Bijvoorbeeld met groene schuttingen/hagen, gevarieerde aanplant en nestkasten.
Vogels zijn dol op insecten, maar ook op bessen en zaden. Plant geschikte struiken, bomen en bloemen aan in je tuin. Bijvoorbeeld gelderse roos, egelantier, krentenboom, vuurdoorn, lijsterbes, zonnebloem, teunisbloem en kaardebol.
De stekels en doornen van deze struiken in de haag bieden voor kleinere vogels prima bescherming tegen vijanden als katten en roofvogels. Sommige prikkelige soorten hebben bovendien mooie bloemen en/of smakelijke bessen voor de vogels, zoals de vuurdoorn.
Andere geschikte soorten zijn onder meer vuurdoorn, sleedoorn, meidoorn en klimop.
Hoe zit het in jouw tuin met voedsel, veiligheid, voortplanting en variatie voor vogels?!
Heb je al eens meegedaan aan de jaarrond tuintelling of de landelijke tuinvogeltelling? Een leuke manier om te ontdekken welke vogels allemaal in je tuin wonen!
Meer tips over vogelsVoor het volgen van een verhard pad: ga rechtdoor, iets verderop komt de route weer op je pad!
Wist je dat de bodem het meest rijke leefgebied op aarde is? Met miljoenen soorten wormen, pissebedden, microscopische dieren, schimmels en bacteriën. Prachtige exemplaren, als je ze van dichtbij bekijkt.
Op donkere, vaak wat vochtige plekjes in de tuin onder stenen, stammetjes, of in de composthoop zit het vol met haast onzichtbare diertjes. Deze dieren zijn heel goed voor de bodemkwaliteit. Denk aan miljoenpoten, springstaarten, mijten, zweefvlieglarven en hooiwagens.
Op ontdekkingstocht gaan? Neem een zoekkaart bodemdiertjes, een loeppotje en een witte bak mee. Veel plezier! Laat je na afloop de beestjes weer los waar je ze gevonden hebt?
Hier zijn bloemstroken ingezaaid met een speciaal bloemenmengsel. Het gaat om bloemsoorten met makkelijk toegankelijke bloemen, zoals schermbloemigen. De bloemen die hier gezaaid zijn: wilde peen, rolklaver, duizendblad, margriet, streepzaad etc.
Deze bloemen lokken insecten, die de natuurlijke vijand van eikenprocessierups zijn. Het gaat dan om sluipwespen, gaasvliegen, lieveheersbeestje, kevers etc. Zij eten van de rupsen, larven, eitjes en poppen. Zo kun je met een mooie bloemrijke strook een nare jeukplaag bestrijden!
Zakjes met soortgelijk bloemenmengsel zijn te verkrijgen in de winkel. Hier ligt ook een folder over mogelijkheden van natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. Het ophangen van vogelkasten helpt trouwens ook, omdat veel vogels de rupsen eten.
Biodiversiteit heeft rommeligheid nodig ('de natuur ruimt ook nooit op'). Keurig aangeharkte tuinen, zoals we die nog veel zien, zijn vanuit oogpunt van biodiversiteit niet aantrekkelijk. Elke tuin is gebaat bij een eigen rommelhoek, of beter gezegd: een wild hoekje. Eén m2 kan al helpen!
Rommelhoekjes, bladerhopen en een grote variatie aan plantensoorten bieden juist aan veel verschillende soorten een plekje. En dat hoeft er niet rommelig uit te zien! Het zijn vaak de plekjes waar het krioelt van leven. Leuk om te ontdekken, met een loeppotje en een zoekkaart.
Een flinke laag gevallen bladeren vormt een fijne plek om te scharrelen voor de merel en voor een egel op zoek naar wormen en slakken. Verteerde bladeren zijn weer voedsel voor de bodem.
Bomen bieden huisvesting aan veel verschillende diersoorten. Eén volwassen zomereik kan wel 400 verschillende soorten herbergen! Denk aan insecten, vogels, eekhoorns, vleermuizen. Bomen bieden bovendien veel verkoeling, heel fijn in hete zomers!
De bosuil is ook een echte boombewoner, die zich echter lastig laat zien. Als je geluk hebt, is de bosuil wel goed te horen in de schemering en nacht. Met een heel karakteristiek geluid!
De mol is een echte onzichtbare bewoner van ons terrein, met een sterke territoriumdrift (2-3 duizend m2). Daardoor heeft bestrijden geen zin, want na verjagen van de ene mol, komt er snel een andere mol terug. Ze graven met hun voorpoten met zes vingers lange gangen. Het zand duwen ze naar buiten.
Een mol graaft lange gangen, met een snelheid van 12-15 m per uur. Een rechte rij molshopen betekent het dat er een mannetje onderweg is naar een nieuw territorium. Molshopen kris kras verspreid in het veld betekent vaak een vrouwtje op zoek naar voedsel. Zie je molshopen links of rechts in de wei?
De mol eet het liefste veel regenwormen. Die zijn eiwitrijk, maar zitten ook vol water. Dus hoeft de mol weinig te drinken. De mol kan onder de grond honderden wormen verzamelen, die hij pas later opeet. Boven de grond jaagt een mol op slakken, spinnen en larven.
Deze torenvalkkast staat verstopt aan de rand van de weide. Torenvalken zijn te herkennen aan de 'biddende houding' in de lucht, op jacht naar prooi. De aantallen broedgevallen van de torenvalk nemen af, de torenvalk is dan ook een beschermde vogelsoort. Ze leven 't liefst in open en halfopen land.
De torenvalk jaagt graag op muizen, vooral veldmuizen. Net als de uilen op ons terrein. In de ganzenweide nestelt een steenuil in een speciale nestkast. Ook de bosuil en kerkuil vliegen geregeld rond. Muizen zijn behalve als voedsel voor roofvogels, ook nuttig omdat ze bijvoorbeeld insecten eten.
Muizen hebben hun eigen voorkeur voor voedsel. Bosmuizen zijn alleseters: bessen, zaden en insecten. Veldmuizen zijn planteneters. Spitsmuizen zijn insecteneters. Ze schuilen overdag in holletjes in composthoop of onder dode stammetjes. Overigens huist in deze torenvalkkast meestal een kauwenpaar.
Zie je het verschil tussen deze muizen? Let op oren en neus! Vaak zijn muizen veel te snel om ze echt goed te kunnen bekijken. Jammer genoeg! In braakballen van roofvogels vind je resten van muizen die zijn gegeten. Aan de botjes en kaakjes kan je ontdekken welke muissoort op het menu stond!
Zelf braakballen uitpluizen is heel leuk! Zoek op internet naar een goede zoekkaart, neem een pincet, loep en witte platte bak. Spannend wat je vindt! Kun je de hele muis neerleggen met alle gevonden botjes?! De Ulebelt leent uitpluismateriaal uit aan scholen. I.s.m. de Vogelwerkgroep IJsselstreek.
Het is belangrijk om zoveel mogelijk regenwater in je tuin vast te houden. Ten slotte krijgen we door het veranderende klimaat steeds meer te maken met droogte en hitte. Dus kies niet voor tegels, maar voor paadjes van kiezels, grint of boomschors. Zo kan regenwater prima in de bodem trekken.
Vleermuizen jagen op insecten. Ze nestelen graag in de gaten in oude bomen, een belangrijke reden om bijv oude eikenbomen te laten staan. Ondanks de eikenprocessierupsen, want vleermuizen eten ook graag motjes. Zo eet de grootoorvleermuis graag eikenprocessievlinder. En die leeft in de eikenbomen!
Zo kan op een warme zomeravond een watervleermuis wel 3.000 muggen vangen. Handig dus om vleermuizen ook naar je eigen tuin te lokken met de juiste voorzieningen. Bijvoorbeeld een vleermuiskast en de variatie in planten die insecten lokken. Deze vleermuiskelder is helaas nooit bewoond geraakt.
Plagen zoals eikenprocessierups kun je bestrijden met natuurlijke vijanden. In dit geval met een bloemrijke strook langs het fietspad, met bloemen waar insecten op afkomen. Soorten als gaasvlieg, sluipwesp, kever, lieveheersbeestje en roofwants helpen bij het bestrijden van de eikenprocessierups.
De insecten eten eitjes, rupsen en poppen van de eikenprocessierups. Hier zijn bloemsoorten gezaaid met makkelijk toegankelijke bloemen, zoals veel schermbloemigen. Denk aan wilde peen, fluitekruid en duizendblad, maar ook madelief, hoefblad etc.
Zorg in je eigen tuin ook voor voldoende variatie aan bloemen, bomen en voor nestkasten. Er zijn speciale bloemmengsels te koop waar veel geschikte soorten inzitten voor de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups.
Inheems planten zijn planten die hier van nature voorkomen, vaak al eeuwenlang. Zij zijn daardoor goed aangepast aan de omstandigheden in Nederland. En daardoor leven er vaak veel verschillende dieren van. Ze zorgen zo voor een goede biodiversiteit.
Wist je dat er in een inlandse zomereik (van origine in Nederland) ruim 400 verschillende soorten insecten huizen? Terwijl in een Amerikaanse eik maar slechts 13 soorten huizen. Op een wilg zitten trouwens de allermeeste soorten insecten: 450, zo blijkt uit onderzoek van de WUR.
Er zijn ook uitheemse soorten of exoten. Sommige exoten hebben zich goed aangepast aan de Nederlandse situatie. Slechts een klein deel van de exoten is ook echt invasief: ze overheerst andere soorten. Bekende boosdoeners zijn onder meer Japanse duizendknoop en reuzenberenklauw.
Ook de watercrassula in deze poel is een exotische invasieve plant die nauwelijks te bestrijden is. Zulke exoten komen vaak in watergangen, doordat mensen hun tuinvijvers vol exoten opruimen/leeggooien in sloten en beekjes.
In deze poel op het laagste deel van het terrein vind je onder meer kikkers en padden. De salamanders en libellen eten veel muggen (-larven). Een poel is ook redelijk makkelijk zelf aan te leggen in eigen tuin. Denk dan aan een geleidelijk aflopende oever. Dan kunnen dieren makkelijk het water uit.
Water is een bron van leven. Een eenvoudige gegraven kuil (evt met folie) met goede waterplanten biedt drinkwater voor vogels, libellen kunnen zich hier voortplanten en salamanders zitten er ook graag. Een kleine waterpartij kan al snel gerealiseerd worden in een kleinere tuin.
Heb je ooit de prachtige verandering gezien van een libelle-larve naar libelle? De larve klimt tegen een rietstengel op om te verpoppen. Een libelle komt eruit gekropen, pompt zichzelf op, blijft nog even zitten om te drogen en vliegt weg. Een lege 'jas' blijft achter.
In dit dicht aangeplante bosje uit 2018 is nu al veel biodiversiteit al te ontdekken, zoals veel insecten, padden en vogels. Zo'n 900 struikjes en bomen staan hier op een oppervlakte van ongeveer een tennisveld.
Middenin het bos is het 'buitenlokaal': een plek om even lekker te genieten van het leven in het kleinste bos van Deventer!
Deze vlindertuin, aangelegd met zo'n 40 verschillende soorten vlinderstruiken en schuilgelegenheid voor slechtweer voor vlinders, begint al een aardig ruige vlindertuin te worden. Deze demonstratietuin in het Gooikerspark is in 2016 door vrijwilligers en kinderen aangelegd.
Geniet van de vrolijke fladderaars hier! Ken je al enkele vlinders bij naam?
Door je tuin zoveel mogelijk met rust te laten, geef je gewenste planten de kans zich te ontwikkelen. Door te schoffelen, verstoor je de bodem en leefomstandigheden van planten. Ongewenste soorten trek je er liever handmatig uit.
Hoe meer biodiversiteit er is in je tuin, hoe minder last je zal hebben van ziekten en plagen. Plaagsoorten krijgen geen kans te overheersen. Een fraai voorbeeld is het lieveheersbeestje, dat dol is op bladluis. Net als de oorwurm trouwens. Mooie vorm van samenwerken met natuur.
Een oorwurmpotje is makkelijk zelf te maken. Een stuk ijzerdraad grof in een spiraal draaien, een lang stuk door het gat van een bloempotje steken (daaraan hangen we het op), stro in de pot ertussen proppen, natmaken, en het potje ophangen tussen de planten of op een stevige stok zetten.
Wilde bijen en andere solitaire insecten zijn belangrijk voor bestuiving van bloemen. Ze eten de nectar en stuifmeel uit bloemen. Zo blijft stuifmeel dan plakken aan hun buik of poten. Bij de volgende bloem zorgen ze zo voor bestuiving. Daarmee zijn ze heel belangrijk voor de groei van ons voedsel!
De huiszwaluw eet enorme hoeveelheden muggen en andere vliegende insecten, die in volle vlucht worden gevangen. De huiszwaluw is een rode lijstsoort en broedt in kolonies zoals in deze huiszwaluwtil. De kunst is wel om te zorgen dat het eerste koppeltje zijn intrek neemt. Wij wachten hier nog op.
De huiszwaluw overwintert in Afrika. Zijn vliegbeweging is meer fladderend dan die van de boerenzwaluw. Veel huiszwaluwen bij elkaar zijn gezellig luidruchtig. Hun nesten zijn bijna helemaal dicht gemaakt, in tegenstelling tot de boerenzwaluw. Heb jij ook plek voor een set nestkasten onder dakgoot?
Noten zoals de walnoot zijn belangrijk voedsel voor vogels, eekhoorns, muizen etc. De geur van een walnotenboom jaagt bovendien muggen weg, dat wisten de Romeinen al. De steenuil heeft daar geen last van, die huist al jaren in een nestkast in één van onze notenbomen in deze ganzenwei.
Ook voor mensen zijn walnoten lekker en energierijk voedsel. Ook hazelaars en tamme kastanje bieden noten voor vogels, muizen en mensen.
Tip voor speelnatuur: een meerstammige hazelaar is al gauw een fraaie speelboom voor kinderen. Zo combineer je functies in je tuin!
Er wonen volop boerenzwaluwen in de stal van de boerderij. Als ware acrobaten zwieren ze door de stal. Hun komvormige nesten maken ze van klei en leem, vaak bovenop balken, in opengevallen stukken muur, op randen en richels. Zwaluwen eten voornamelijk muggen. Deze trekvogels overwinteren in Afrika.
Hun aantallen zijn flink achteruitgegaan door afname in voedsel en nestelgebied. De boerenzwaluw is als Rode lijstsoort een beschermd dier. Wil je ook meer boerenzwaluwen in je eigen omgeving? Je kunt kunstnesten ophangen thuis, of zorgen dat je schuur toegankelijk blijft.
Richt je eigen tuin ook in met vlinder- en insectenplanten! Bij onze plantenverkoop zijn plantjes (zaailingen en stekjes) te koop uit eigen tuin. Sterke planten, geschikt om vlinders en insecten naar je tuin te lokken en fraai bloeiend.
Doe hier inspiratie op voor je eigen tuin of balkon! Bij de planten hangen kaartjes met meer informatie over de plant. Bij de Ulebelt is ook biologisch zaad verkrijgbaar, van zowel bloeiende planten als groentengewassen.
De 'Biodiversitour' is in 2021 ontwikkeld door de Ulebelt om meer bekendheid te geven aan biodiversiteit, met tips om er zelf iets mee te kunnen doen.
Maak Overijssel groener en gezonder. Al vanaf €7,50 bescherm jij één vierkante meter natuur.
Help mee!