In het Boetelerveld zijn deze zomer twee jonge wespendieven grootgebracht. Vrijwilliger Sjaak Bruggeman ontdekte het nest al in het voorjaar en heeft het op veilige afstand in de gaten gehouden.
Duifachtige kop
Wespendieven zijn echte zomergasten; van mei tot september kun je ze aantreffen in Nederland. Slechts een deel van de populatie komt tot broeden. Dat doen ze bij voorkeur in stille loofbossen, gemengde bossen met open plekken, heide, hoogveen en graslandjes. Het zijn schuwe vogels, die zelden opvallen. Ze lijken sterk op de algemener voorkomende buizerd, maar verschillen daarvan met een duifachtige kop, lange vleugels en een staart met drie dwarsbanden. Hun vlucht is zwevend met rustige vleugelslagen.
Honingraat
Het dieet van de wespendief bestaat voor een belangrijk deel uit wespenlarven, aangevuld met andere insecten, kikkers of jonge vogels. Met scherpe ogen volgen ze wespen tot aan het nest en soms keren ze terug met een hele honingraat in hun klauwen.
Twintig jaar geleden
Wespendieven trekken in augustus en de eerste helft van september naar tropisch Afrika. Door de afnemende insectenstand is er minder voedsel voor ze, waardoor hun broedsucces afneemt. De laatste keer dat er een broedende wespendief is gesignaleerd in het Boetelerveld is al weer twintig jaar geleden.